Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Stapel]

STAPEL, z.n., m., des stapels, of van den stapel; meerv. stapels. Verkleinw. stapeltje. Eigenlijk, eene staaf, een staf, een stok, of paal, waarmede men iets regt van onderen, of aan de eene zijde schraagt, om het geheel, of gedeeltelijk, om hoog gerigt te houden. Deze beteekenis heeft stabel en stapel nog in de Duitsche zoutwerken; en in het neders. is stapel een hekpaal. In het angels. is stapul insgelijks een paal. Bij Kil. de poot van eenen stoel, of iets anders, en overdragtelijk de steel, of stengel, van verschillende plantgewassen. Hier te lande is stapel, in het gebruik, het schuins liggende hout, waarop het geraamte van een schip wordt opgezet, en afgetimmerd: hoe vele schepen staan er wel op stapel? Er zal een fregat van stapel loopen. Voorts

[pagina 646]
[p. 646]

deelt het werkw. stapelen aan stapel de beteekenis mede van eenen hoop van dingen, die op een afzonderlijk steunsel, of op elkanderen, gestapeld zijn: daar stonden heele stapels van potten. Die eenen stapel boeken naliet. Als Jupiter den stapel bergen van boven nederklonk. Vond. Eindelijk is stapel, overdragtelijk, een hoop van evenveel welke koopwaren, die op eene daarvoor bijzonderlijk bepaalde marktplaats als het ware opeengestapeld worden: te Dordrecht is de stapel der Rijnsche wijnen. Daer men eertijts den stapel der Fransche wijnen gehouden had. Hooft. Van hier stapelen, enz. Zamenstell.: stapelgoed, stapelhuis, stapelmarkt, stapelplaats, stapelrede, stapelregt, stapelstad, stapelwaar, enz. Bernstapel, bij Hooft, evenveel als brandstapel, geldstapel, houtstapel, lijkstapel, turfstapel, wijnstapel, enz.

Stapel, hoogd. stapel, stabel, opperd. staffel, angels. stapul, fr. etape, eng. staple, ital. stapola, middeleeuw. lat. estapula.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken