Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Stem]

STEM, z.n., vr., der, of van de stem; meerv. stemmen. Verkleinw. stemmetje. Eigenlijk, het vermogen, om uit mond en keel een hoorbaar geluid voort te brengen: de visschen hebben veelal geene stem. Die zangeres heeft eene goede stem. Zij hebben alle stemmen als klokken. Hare stem kon hem niet bereiken. Mijne stem begaf mij. Een goedt zangmeester kent zijne stem. Vond. Het voortgebragte geluid zelf: met luider stemme. Een fijn stemmetje. Eene schorre, forsche, straffe, klagelijke of heesche, stem. Met ongelijke stem. Hooft. Verheft uw stem naar 't hof der hoven. L.D.S.P. Gij en sult uwe stemme niet laten hooren, ende geen woort salder uit uwen monde uitgaan. Bijbelv. Ook dat van dieren: de liefelijke stem der nachtegalen. De jonge leeuwen verheffen hunne stemmen. Of uit het loof zijn schelle stem laat hooren. L.D.S.P. Ja van levenlooze dingen: de stem des bloeds, of der natuur,

[pagina 677]
[p. 677]

de maagschappelijke, of natuurlijke, betrekking; de stem des gewetens. De stem des donders. De stemmen der klokken. De stem der harpe en luite. Van de overige stemmen der basuijne der drie Engelen, die noch basuijnen sullen. Bijbelv. Nog overdragtelijker, wordt een onweder in den Bijbel meermalen de stem des Heeren genoemd: de Heere sal sijne heerlicke stemme doen hooren. Bijbelv. 's Heeren stem, op 't hoogst geducht, rolt en klatert door de lucht. L.D.S.P. Voorts wordt er aan al, wat, bij persoonsverbeelding, gezegd wordt te spreken, of te schreeuwen, eene stem toegeschreven: daer is eene stemme des bloets uwes broeders, dat tot mij roept van den aerdbodem. Bijbelv. De nacht aen de nacht toont wetenschap. Geene sprake, noch geene woorden, zijnder, daer hare stemme niet en worde gehoort. Bijbelv. In de Muzijk wordt stem gebezigd om de hoogte of laagte der verschillende menschelijke stemmen aan te duiden: met vier stemmen zingen. Met welke stem zingt gij? Met de discantstem, of met de bas. Ja men geeft aan de Muzijknoten, die voor elke bijzondere stem geschikt zijn, ook den naam van stem. Daarentegen gebruikt men dit woord ook, in eenen gansch anderen zin, om het gevoelen aan te duiden, 't welk men bij, evenveel welke raadpleging, door woorden, of anderzins, aan den dag legt: neem de stemmen op. De meeste stemmen waren er voor. Zijne stem ergens toe geven, is, zoodanig iets door zijne uitspraak begunstigen. Zijne stem aan iemand geven, hem bij eene verkiezing benoemen. Gij kunt op mijne stem rekenen, verzekerd zijn, dat ik u met mijne uitspraak bij de raadpleging of verkiezing begunstigen zal. Hij had de meeste stemmen, hij werd door de meeste leden der vergadering gekozen. Eindelijk is stem ook nog het regt, om in eene vergadering mede uitspraak te doen; heeft hij mede zitting en stem in den raad? Hij wil ook eene stem in het kapittel hebben, hij wil, dat zijne uitspraak ook gelden zal. Twee, of meer stemmen hebben, het vermogen hebben, om eene uitspraak te doen, welke aan die van twee of meer anderen gelijk geacht wordt. Stem koopen beteekende voorheen, in Vriesland, landgoederen, welker eigenaars het regt hadden, om eene stem tot het benoemen van eenen voornamen ambtenaar uittebrengen, aankoopen, of zich op eene andere wij-

[pagina 678]
[p. 678]

ze, door geld, van stemmen verzekeren. Van hier stemmeloos, stemmen, enz. Zamenstell.: stemgeluid, stemgeschal, stemgetreur, alle bij Camph. - stemhuisje, voorheen in Vriesland een klein huisje, dat bij de stemming van eenen voornamen ambtenaar op een stuk lands opgeslagen werd, welks eigenaar het regt had, om daarvoor eene stem uit te brengen, zoo haast er daar op zulk een huisje stond; - stemmatig: de soete harp stemmatich opgespandt. A. v.d. Meijle. Stemopnemer, stemregister, in Vriesland het register van de landgoederen, welker eigenaars het regt hadden, om daarvoor eene stem uit te brengen, enz. Altstem, basstem, bovenstem, discantstem, donderstem, keurstem, natuurstem, tenorstem, enz.

Stem, neders. stemme, hoogd. stimme, zweed. stamma, angels. stemn, stefen, lapl. stiubne, Ulphil. stibna, Isid., Kero stimma, Notk. timmo, Tatian. stemmi.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken