Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Stoppen]

STOPPEN, bedr. w., gelijkvl. Ik stopte, heb gestopt. Een hol ding, door het volstuwen van deszelfs mond,

[pagina 724]
[p. 724]

toesluiten: zij stopte hare beide ooren met hare vingers. Die flesch moet beter gestopt worden. De gansche holligheid van een ding vol stuwen: stop nog een pijpje. Alles werd bijeen gebragt, om het lek te stoppen. Zij deed den ganschen dag niets, dan beulingen stoppen. Ruiten stoppen, is, dezelve met glas vullen. Den doorgang stoppen, is, den weg toesluiten. Figuurlijk: geld stopt geene gierigheid, het kan dezelve niet verzadigen. Zijne ooren voor eenige redenen stoppen, daaraan gehoor weigeren. Iemand den mond stoppen, hem door overtuiging, of anderzins, van tegenspraak terug houden. Dat gat is niet te stoppen, die schuld is onbetaalbaar. Een gaatje in eene kous stoppen, of kortelijk, eene kous stoppen, is, eene breuke daarin met kruiswijze over en door elkanderen henen gewerkte draden digt maken. Voorts beduidt stoppen den loop, of vloed, van eenig ding stremmen, en afbreken: stop het touw, en laat het niet meer uitloopen. Men moet alles doen, om haren buikloop te stoppen. Dat eten stopt, namelijk, de ontlasting. Eindelijk, iets derwijze in eenig ander ding duwen, dat de mond, of gansche holligheid, van dit laatste daardoor gedeeltelijk, of geheel, toegesloten wordt: stop nog wat tabak in uwe pijp. Stop eenig werk in die reet. Wil ik het in den mond stoppen? Ik heb hem in dien hoek gestopt. Van hier stop, stopper, stopping, stopsel, stopster. Zamenstell.: stopanker, stopgaren, stophars, stopnaald, stopsteen, stopverf, stopwas, stopwerk, stopwoord, enz. Aanstoppen, achterstoppen, bestoppen, bijstoppen, instoppen, onderstoppen, opstoppen, overstoppen, toestoppen, tusschenstoppen, verstoppen, volstoppen, wegstoppen, enz.

Stoppen, hoogd. stopfen, angels. stoppan, zweed. stoppa, eng. stop, stoff, fr. estouper, ital. stoppare, middeleeuw. lat. stopare, stupare, gr. ςυφειν, is verwant aan het lat. stipare, holl. stuwen, hoogd. stauen, en drukt, even als deze woorden, zijne beteekenis door zijnen klank reeds eenigzins uit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken