Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Storen]

STOREN, bedr. w., gelijkvl. Ik stoorde, heb gestoord. Den loop, of de voortduring, van eenig ding op eene ongeoorloofde, of onaangename, wijze stremmen: iemands rust storen. Niets kan zijn' vreugd, zijn waar genoegen, stooren. L.D.S.P. Iemand ergens in ver-

[pagina 726]
[p. 726]

hinderen: gij stoort mij in mijn werk. Men stoorde hem in zijne gepeinzen. Zich ergens aan storen, is, zich daardoor laten hinderen: gij moet u aan zijn zeggen niet storen. Wat steurt uw naaugezetheid zich om een appelbeet. Vond. Een nest storen, is, hetzelve uitroeijen, want storen was oulings vernielen: de afgode dede hi te storen. M. Stok. Eindelijk is storen bij Kil. slijk roeren, water troebel maken. Van hier stoorder, stoornis, storeloss, storing. Zamenstell.: verstoren, enz.

Storen, hoogd. stören, Notk. sturan, angels. stijran, eng. stirr, ijsl. sturla, zweed. forstora, is van Noordschen oorsprong, en heeft hier te lande ook wel eens den klank van steuren, zoo als boven, en in: en steurt een maand vooruit de Raden in hun rust. Vond.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken