Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Storm]

STORM, z.n., m., des storms, of van den storm; meerv. stormen. Verkleinw. stormpje. Een klanknabootsend woord, dat eigenlijk het gedruis van eene hevige en geweldige beweging aanduidt. Bij Kil. is storm een alarmgeschrei, en in het hoogd. is storm läuten, alarm luiden, brand kleppen. In het gebruik, is storm een hevige en geweldig bulderende wind: er verhief zich een schrikkelijke storm. Dat schip heeft zijne ankers in eenen storm verloren. En watren, die bij storm zoo menig schip verslinden. Vond. Een hevige aanval van gewapend krijgsvolk: de stad heeft reeds eenen storm doorgestaan. Zij bragten eenen fellen storm aan. Hooft. Die, om de vesten, in dien slagh, en storm op storm, ter aerde vielen. Vond. Evenveel welke vijandige aanval: het graauw deed eenen storm op het huis, om te plunderen. Gedurende dien storm en strijt der worstelaeren. Vond. Storm loopen, is, op eenige vestingwerken indringen, of met geveld

[pagina 727]
[p. 727]

geweer aanrukken. Overdragtelijk, is storm ook wel eens een geweldig krakeel, of gekijf: wat ontstond er een storm tusschen man en vrouw! Ik heb wederom een klein stormpje moeten doorstaan. Van hier stormachtig, stormen, stormig, enz. Zamenstell.: beeldenstorm, zeestorm, enz.

Storm, in Bretagne, en in het zweed., eng., angels., neders. ook storm, hoogd. sturm, Strijk. stuerm, in ierl. sturrim, wallis. ijstorm, ijsl. stormur, pool. szturm, en, voor de bestorming van eene vesting genomen, in het oud fr. estour, oud eng. stour, in Bretagne stourm, ijsl. stijr, ontleent zijne verschillende beteekenissen van zijnen klank.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken