Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Stroom]

STROOM, z.n., m., des strooms, of van den stroom; meerv. stroomen. Verkleinw. stroompje. De daad van stroomen, de beweging van water, dat in eene en dezelfde rigting sterk voortvloeit: er ging een sterke stroom. Met eenen stillen stroom. Vond. Tegen den stroom opvaren. Voor den stroom afdrijven. Voor, of tegen, stroom hebben. Den stroom dood zeilen. Al deze spreekwijzen zijn zoo op de beweging van in eene en dezelfde rigting voortvloeijend zeewater, als op die van rivieren, toepasselijk. Voorts wordt het aldus bewogene zee- of rivier- water, overdragtelijk, met den naam van stroom, bestempeld: den hemel, d'aard', en d'ongemeeten stroomen. L.D.S.P. Gelijk de stroomen staen ten dienst van weer en wint. Vond. Hij is den stroom ontgaen, om in een' strop te smooren. D. Deck. Aan de zoom der Amstelstroom. Hooft, die hier uit liefde voor het zoetvloeijende stroom en zoom beide vrouwelijk maakt, en elders ook over de stroom schrijft. Bijzonderlijk, de breede monden van rivieren: gelijk een stroom, die uit rivieren spruit. L.D.S.P.; en de ruime omvang van eene rivier, of eenen zeeboezem, in tegenoverstelling van eene daaraan palende haven: het schip ligt reeds op stroom, en wacht slechts naar eenen

[pagina 757]
[p. 757]

goeden wind. Een schip op stroom brengen. Evenveel welke menigte van water, of ander vocht: de walvisch spuit eenen stroom van water uit zijne blaasgaten. Er zullen stroomen bloeds vergoten worden. Er vloeide een stroom van tranen langs hare schoone wangen. Figuurlijk, is de stroom des tijds deszelfs snelle voortgang, de stroom der algemeene denkwijze derzelver medeslepend vermogen, een stroom van woorden, eene aaneengeschakelde menigte daarvan, een stroom van volk, eene gansche menigte; - tegen den stroom opwerken, tegen wederstand aanstreven. Van hier stroomling, zeker slag van haringen. Zamenstell.: stroomrijk, stroomswijze, stroomvink, onweersvogel, stroomvisch, stroomwater, enz. Maalstroom, waterstroom, enz.

Stroom, Kil. stroem, hoogd. strohm, angels. en eng. stream, zweed. ström, komt van het volgende.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken