Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Ton]

TON, z.n., vr., der, of van de ton; meerv. tonnen.

[pagina 146]
[p. 146]

Verkleinw. tonnetje. Een gekuipt houten vat van verschillende grootte, waarin verschillende goederen gepakt en verzonden worden: er kwamen allerlei vaten en tonnen uit het verbrijzelde schip aandrijven. Zoo veel van elk slag van goederen, als de tonnen, waarin men ze gemeenlijk verzendt, plegen te bevatten: eene ton haring. Twaalf stuivers op elke tonne zeeps. Hooft. Zoo veel van andere goederen, als de ton bevat, waarmede men ze meet: zestig ton turf. Twee ton boter. Tien ton aardappelen. Eene maat van de ruimte van het hol van een schip: het is een vaartuig van twee honderd ton, of honderd last. Eene maat der zwaarte van de lading van een schip: de lading bedraagt honderd ton, of tweemaal honderd duizend pond. Voorts geeft men aan de popjes of nimfen der insekten den naam van tonnetjes, omdat zij eenigzins de gedaante van langwerpige tonnetjes hebben; ook heeft men in een zakuurwerk eene ton, waarom de ketting loopt. In zee vindt men tonnen, die tot bakens dienen, en waarop Vondel misschien doelde, in: hier beschoit men and[...]e tonnen, als de brouwer brouwt te Lonnen. Eene ton gouds is honderd duizend guldens, welke som men ook wel eens eenvoudiglijk door ton aanduidt: hij heeft meer, dan drie ton nagelaten. Eindelijk is eene ton lands in Oostvriesland zoo veel, als met eene ton koren gevoegelijk bezaaid kan worden. Van hier tonnen. Zamenstell.: tonneboeijer, tonneboter, tonneman, tonnemeester, tonvisch, tonvleesch, enz. Aardappelton, appelton, bierton, boterton, harington, meelton, oesterton, olieton, pekton, regenton, teerton, turfton, vischton, vleeschton, zeeton, enz.

Ton, Kil., hoogd. tonne, fr. tonne, tonneau, wend., ierl. tonna, eng. tun, neders., angels. tunne, zweed. tunna, boh. tuna, is naauw verwant aan tijne. Zie dit woord.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken