Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Traan]

TRAAN, z.n., m., des traans, of van den traan; meerv. tranen. Verkleinw. traantje. Bij Kil., even als in het hoogd., hars, die druppelswijze uit de boomen zijgt. Voorts, eene druppelswijze uit de oogen vloeijende vochtigheid: ik ete assche als broot, ende vermenge mijnen dranck met tranen. Bijbelv. Smelt in tranen weg en vliet. Bilderd. Dan vloeit een beek van traanen uit mijn' oogen. L.D.S.P. Want hij

[pagina 168]
[p. 168]

sagh traenen in haer oogh. Cats. De schaamt, vol hartsweer sou een vloed van traanen dringen uit sijn genadigh oogh. Hooft; bij wien dit woord vrouwelijk is, in: met de traan in 't ooge; het welk intusschen geene navolging verdient; want bij anderen is het mannelijk: zij lacht er om, en laet niet eenen traen. Vond. De diepst geschapen sucht in sijnen traen gebroken. Huigens. Eerst moesten die Priesters met menighen traen, enz. B. Houwaert. Tranen met tuiten schreijen, is, eigenlijk, groote tranen schreijen, die, eer zij neervallen, tuiten schijnen te hebben; overdragtelijk, sterk schreijen. Van hier tranen. Zamenstell.: traanbeen, traanbuis, traanfistel, traangras, traanklier, traanpijp, traanstip, traanzak, tranenbeek, tranenbrood, tranendal, tranenflesch, tranenkruik, tranensteen, tranenvloed, tranenvol, enz. Bruidstraan, krokodilstraan, vreugdetraan, enz.

Traan, Kil. traen, vries. trien, hoogd, thräne, Notk. trane, lijfl. thrahn, komt, volgens Adelung, van rinnen, voor zoo veel het loopen, vloeijen, aanduidt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken