Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Tuit]

TUIT, z.n., vr., der, of van de tuit; meerv. tuiten. Verkleinw. tuitje. Evenveel als toot, eene uitstekende punt van menigerlei aard; zoo als die van eene kan: de tuit is van die kan gebroken; die van een ouderwetsch hoofdhulsel: eene muts met tuiten; bij Kil. ook die van eene borst, anders tet; en de borst zelve. Voorts ook de kan zelve, waarvan tuit anders de punt aanduidt. Deze beteekenis heeft het woord in: met kannen, potten, toiten, glasen. v. Hass. Als mede eene

[pagina 214]
[p. 214]

puntige haarvlecht: zij droogt en net de groene tuit. Vond. Bij Kil., ook, een horen, anders toot, en de velg van een rad. Oul. beteekende tuit ook eene ligte vrouw: van 't ghewaet van lichte Tuyten. Gesch. Van hier tuiten, enz. Zamenstell.: tuitband, de band van eene haarvlecht, tuitkan, tuitmuil, Kil., tuitpot, tuitschoen, tuituil. Kil. enz. Haartuit, ijdeltuit, of ijltuit, schoentuit, vertuiten, enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken