Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Uitbreiden]

UITBREIDEN, bedr. en onz. w., gelijkvl. Ik breidde uit, heb uitgebreid. Van uit en breiden. Bedr., iets dat zamengeplooid was verbreeden, door het van een te doen: de vogel breidt zijne vleugelen uit. Zij ontving hem met uitgebreide armen. Zich uitbreiden, is, eenen grooteren omvang, meer breedte, verkrij-

[pagina 252]
[p. 252]

gen: de boom breidt zich uit. Hij breidde zich verbaazend uit in 't rond. L.D.S.P. Overdragtelijk, talrijk worden: dat geslacht heeft zich grootelijks uitgebreid. Aan velen medegedeeld worden: de krankheid breidt zich uit. Dat gerucht heeft zich spoedig uitgebreid. Dichterlijk: er breidt zich eene schoon valei voor onze voeten uit. Voorts is uitbreiden grooter maken: de boom breidt zijne takken uit. Hij breidt zijne heerschappij dagelijks uit. Ik wensch mijne kennis uit te breiden. Door breedvoerige omschrijving ontwikkelen: ik gaf hem alles kortlijk op, om het voor mij uit te breiden. Van Vlotens bijbelvertaling gaat met eene uitbreiding gepaard. Eene daad uitbreiden, is, daarvan grooten ophef maken. Iemands lof uitbreiden, is, den zelven alomme verkondigen. Onz., is: uitbreiden, onder het breiden wel strekken: die wol zal wel uitbreiden. Van hier uitbreider, uitbreiding.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken