Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Uitslaan]

UITSLAAN, bedr. en onz. w., ongelijkvl. Ik sloeg uit, heb en ben uitgeslagen. Van uit en slaan. Bedr., al slaande uitdrijven: sla den spijker wat uit. Iemand een oog, eenen tand, uitslaan. Iets, door het heen en weder te slaan, van vocht, stof, enz. ontlasten: sla de dekens uit. Nat linnen, salade, enz. uitslaan. Uitdorschen: sij sloech uijt, dat sij opgelesen hadde. Bijbelvert. Uiteen plooijen: eene plaat, of landkaart, in een boek uitslaan. Sla de tafel aan beide kanten uit. Uitbreiden: hij sal sijne wortelen uijtslaen, als

[pagina 300]
[p. 300]

de Libanon. Bijbelvert. Al slaande verbreeden: het goud laat zich verbazend uitslaan. Wtslaen het bleck. Kil. Al slaande van zich drijven: den bal uitslaan. Verkoopen: die den wijn uitslaat, betaalt geenen impost, maar die denzelven inslaat. Uitslagten, zie dit woord. Uiten: en slaat dees schimptaal uit. L.D.S.P. Onnutten klap uitslaan. Kil. Overigens vindt men bij denzelfden Kil. wtslaen het vier, waarvoor men hedendaags vuur slaan bezigt. Onz., oulings, achteruit slaan: uitslaande paarden. Kil. Groote beesten, die ghewoenlic waren te biten, oft wt te slaen. van Hass. Uitloopen: wtslaen, wtspruijten, bij Kil. In dezen zin bezigt men het woord ook nog in het hoogd. Zich buitenwaarts in dezen of genen uitslag vertoonen: de koorts slaat hem aan den mond uit. De Vorst begint aan de wanden uit te slaan. Met zulken uitslag bezet zijn: het gansche ligchaam is mij uitgeslagen. Wat slaan de gevels der huizen uit! Het vleesch begint uit te slaan. Wtslaen ende verschimmelen. Kil. Ten einde slaan: laat de klok eerst uitslaan. In het spelen den eersten slag aan eenen bal geven: ik heb al te hard uitgeslagen. Eindelijk moet uitslaan oulings, even als nog hedendaags in het hoogd., van eene balans gesproken, doorslaan beteekend hebben, daar men bij Kil. wtslagh in de waghe vindt; en moet uitslaan voorts, insgelijks in overeenkomst met het hoogd., oulings ook voor uitvallen, uitkomen, afloopen, gebezigd zijn geweest, daar uitslag evenveel als afloop, uitkomst, is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken