Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Uw]

UW, een bezittelijk voornaamwoord, aanduidende, da[t] iets aan personen toebehoort, tot welke men spreekt. Want eigenlijk is dit woord tot meer dan eenen zoodanigen persoon betrekkelijk, en behoorde men nopens de bezittingen van eenen enkelen persoon, tot welken men

[pagina 334]
[p. 334]

spreekt, het voornaamwoord dijn te bezigen. Doch, gelijk als men in plaats van du en dij, gij en u bezigt, zoo bedient men zich heden ten dage in plaats van dijn, ook steeds van uw, of jouw, zoo als men dit woord in den gemeenzamen spreektrant dikwerf hoort. Men verbuigt het niet, wanneer men het voor een onz. naamwoord plaatst, het is uw goed. Ook niet als men het zonder lidwoord daarachter voegt: dat goed is uw. Maar met een lidwoord zegt men: dat goed is het uwe, even als men voor vrouwelijke naamw. in het enkelv., en allerlei naamw. in het meerv. steeds uwe gebruikt. Wanneer het in het meerv. als zelfst. voorkomt, luidt het steeds uwen. De mijnen (b.v. mijne huisgenooten) varen wel; hoe hebben het thans de uwen? Doch zoodra het op voorafgaande zelfstandige naamwoorden slaat, wordt het weder als bijvoegelijk verbogen: bemoei u met geene vreemde kinderen, maar zie slechts naar de uwe! Voorts heeft het welluidendheidshalve eene T achter zich, in: tot uwent, uwenthalve, uwentwege.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken