Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Vaan]

VAAN, z.n., vr., der, of van de vaan; meerv. vanen. Verkleinw. vaantje. Eigenlijk, even als fano,

[pagina 3]
[p. 3]

in het oudduitsch en opperd., en het zweed. fana, lat. pannus, gr. πηνος, iets dat geweven is, een stuk doek. In het gebruik, een stuk doek, dat, boven aan eene steng vastgemaakt, daarvan afwappert, een vaandel: 't zwenken der ontvouwe vaen. Vond. Juichend' vaan bij vaan opheffen. L.D.S.P. Een scheepsvleugel:

 
Een weelig luchje speelde, en vloog vast af en aen,
 
En vulde nu het zeil, en krulde dan de vaen. Vond.

Zoo veel krijgslieden, als er gezamenlijk onder eene vaan optrekken: drie vanen voetvolk, en eene vaan ruiterij. Het verkleinw. vaantje wordt ook wegens eenen metalen windwijzer op een huis, enz. gebezigd: er staat een koperen vaantje op den schoorsteen. En eene vaan is vier mingelen; misschien, omdat deze, op de lei van eenen bierschenker, door drie streepjes en een dwarsstreepje aangeteekend, de figuur van een vaantje vormen: wel, höe veel vaanen heeft die biervlieg wel gedronken? Rotgans. Lustig, wie de harste kop het, jij of ick, om een vaen. v. Hass. aanteek. op Kil. Van hier vaandel, enz. Zamenstell.: vaenbeschermer, Kil., vaandrager, vaandrig, vaanjonker, vaenleen, bij Kil., hoogd. fahnlehen, Zwabenspieg. vanlehen, een leen, waarmede men door middel der overreiking van eene vaan beschonken werd, enz. Gildevaan, kerkvaan, krijgsvaan, oorlogsvaan, oproervaan, scheepsvaantje, splitsvaantje, torenvaantje, veldvaan, vrijheidsvaan, zegevaan, enz.

Vaan, eng. vane, fane, deen. fane, hoogd. fahne, ital. pennone, sp. vaendera, bendera, is verwant aan het oudd. en opperd. fano, zweed. fana, lat. pannus, gr. πηνος, een weefsel, een doek, een windsel; zie vanden, aan het angels. fan, fanne, eng. fann, een waaijer, en misschien ook aan banier, hoogd. panier.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken