Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Vaardig]

VAARDIG, bijv. n. en bijw., vaardiger, vaardigst. Ook veerdig. Snel van beweging en werkzaamheid: hij is vaardig in al zijn bedrijf. Wat is zij vaardig met de tong! Eene penne eens veerdigen schrijvers. Bijbelv. Als bijw., snellijk: maak het eens vaardig af! Onbelemmerd, en daarentegen wel toegerust, gereed, om iets te doen: maakt u vaardig! Vaardig! aan! vuur! Men behoeft nooit naar mij te wachten; ik ben altijd vaardig. De tonge der stamelenden zal veerdich zijn. Bijbelv. Met betrekking tot den geest, geneigd, gewillig: men moet even vaardig tot vergeven zijn, als een ander, tot beleedigen. Van levenlooze dingen, gereed, afgewerkt, voltooid: het eten is vaardig. Wanneer zult gij mijne schoenen vaardig hebben? Als het beschutsel veerdich sal wesen. Bijbelv. Van hier vaardigen, in afvaardigen, uitvaardigen, en vervaardigen, vaardigheid, vaardiglijk. Zamenstell.: boetvaardig, dienstvaardig, ligtvaardig, marschvaardig, onvaardig, reisvaardig, wilvaardig, enz.

[pagina 6]
[p. 6]

Vaardig, nederd. fardig, deen. färdig, zweed. faerdig, hoogd. fertig, opperd. ferig, Notk. varig, komt niet, zoo als Adelung wil, regtstreeks van varen, maar van vaart, voor zoo veel dit woord snelheid van beweging aanduidt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken