Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Vang]

VANG, z.n., m., des vangs, of van den vang; meerv. vangen. De daad van vangen, in welken zin het niet slechts, even als het hoogd. fang, bij Kil. voorkomt, maar ook in: over den vanck der visschen, die sij gevangen hadden. Bijbelv.; en in de zamenstell. hartvang, windvang, enz. Een werktuig, om te vangen, bij Kil. eene val, hedendaags het werktuig, om eenen windmolen in zijnen gang te stuiten, of hem te vangen: de vang is gebroken. De molen is door den vang, beteekent, eigenlijk, hij luistert daarnaar niet, figuurlijk, alle bestuur is weg, hij, of het ding, waarvan men het zegt, is bandeloos. Het gene men vangt: de vanck des tijrans sal ontkomen. Bijbelv.; waar het dezelfde beteekenis ook in jachtvanck oefent: een bedrieger en sal sijn jachtvank niet braden. Voorts is vang, zeker deel van het lijf van een rund, waarbij men het-

[pagina 27]
[p. 27]

zelve vangt, vat, of grijpt, om te beoordeelen, hoe vet het is: voel dien vang maar eens! Zamenstell.: hartvang, jagtvang, molenvang, omvang, windvang, enz. Van vangen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken