Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Vat]

VAT, z.n., o., des vats, of van het vat; meerv. vaten. Verkleinw. vaatje. Volgens Tuinman, en Kil., eigenlijk, de algemeene naam van al, wat iets vatten,

[pagina 51]
[p. 51]

of bevatten, kan, een schip, een huis, een tempel, enz. niet uitgezonderd: des Tempels groote vat. Maasdam. Alle kleijne vaten, van de vaten der bekers af, selfs tot alle de vaten der flesschen. Bijbelv. Ja, in navolging van het gebruik van het gr. σκευος, in denzelfden Statenbijbel, ook een kleed: hij sagh den hemel geopent, ende een seker vat tot hem nederdalen, gelijck een groot linnen laken, aen de vier hoecken gebonden. Voorts is een vat ter eere, of ter oneere, aldaar, een stuk huisraad, dat tot eere gehouden, of tot de geringste diensten gebruikt wordt. Een uytverkoren vat, een werktuig, dat boven andere tot uitnemende diensten gekozen wordt. Door aarden vaten, worden, figuurlijk, broze ligchamen aangeduid, in: wij hebben desen schat in aerden vaten. Het vrouwelijcke vat is de vrouw, in: den vrouwelijcken vate, als het swackste, eere gevende. Voorts heeft vat de voorgemelde algemeene beteekenis nog hedendaags in vaten wasschen, en in de zamenstell.: vaatdoek, vaatwater, drinkvat, hoosvat, inktvat, koelvat, reukvat, wierookvat, zoutvat, enz. Maar nog veel gebruikelijker is vat, in de beteekenis van gekuipte ton: de goederen waren in vaten gepakt. Het vat lekt, of is lek. De bodem valt uit het vat. Het beroemde vat van Heidelberg. Spreekw., het is uit paters vaatje, het is van het beste; zie pater. Dat in het vat is zuurt niet, het zal ten zijnen tijde wel te regt komen. Iemand uit een ander vaatje tappen, hem anders, dan te voren, toespreken, of behandelen. Het kan in geene vaten gegoten worden, het kan niet goed gemaakt worden. In hoe veel vaten zal hij dat nu wel gieten, op welke wijze, en door welke middelen, zal hij dat nu trachten goed te maken? Daarenboven is vat ook meermalen zoo veel van het een of ander, als er in een kleiner of grooter vat gaat. Dus bedraagt een vat wijn, vier okshoofden; een vat bier, eene bepaalde hoeveelheid daarvan; en vindt men in den Statenbijbel hondert vaten olie, en bij Kil., vat korens, twee veertelen. Van hier vaatsch, vaten. Zamenstell.: vaatdoek, vaatgeld, vaathout, vaatwasscher, vaatwaschster, vaatwater, vaatwerk, vatebender, neders. vatebinder, hoogd. faszbinder, Kil. vatbinder, kuiper, vatspoelsel, Kil. vatspuel, vaet-

[pagina 52]
[p. 52]

spuel, - vatvuil, dat vuil van het vat naar zich getrokken heeft, en daarnaar smaakt: dat bier is vatvuil, enz. Aschvat, biervat, botervat, drinkvat, edikvat, hoosvat, inktvat, kaasvat, koelvat, lekvat, oestervat, offervat, olievat, reukvat, rijstvat, spoelvat, stijfselvat, stroopvat, tabaksvat, voedervat, vuilnisvat, waschvat, watervat, wierookvat, wijnvat, zeepvat, zoutvat, enz.

Vat, in deszelfs voorgemelde algemeene beteekenis, in het lat. vas, ital., sp. vaso, fr. vase, eng. vessel, wallis. ffettan, Ottfrid. fasz, Kero faz, in die van eene gekuipte ton, hoogd. fasz, pool. fasa, deen. fade, zweed., eng. fat, angels. fat, fata, faet, vries. fet, komt van vatten, bevatten, zie vatten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken