Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Verlaten]

VERLATEN, bedr. w., ongelijkvl. Ik verliet, heb verlaten. Van het onscheidb. voorz. ver en laten. Vries. ferlitte, zweed. förlita, färlata, Ulphil. fraletan, Ottfrid. firlazzan, Kero farlazzan, hoogd. verlassen. Van het eene ding in het andere laten: verlaeten, afgieten, de olie, - verlaeten den wijn. Kil. Iets na eischen en bieden voor zulken of zulken uitersten prijs willen geven: ik verlaat het u daarvoor. Zijne ligchamelijke tegenwoordigheid onttrekken: so verliet hij Judeam. Bijbelv. Verliet zijn eigen lant. Vond. Zij verlieten ons, om naar huis te gaan. Voorts is iets verlaten, daarvan ganschelijk afscheiden: week uit zijn' tent verliet den tabernakel. L.D.S.P. Verlaet ge Pergamum, alreede in uwe hant? Vond. Geen mol of worm verlaet het duister. Poot. Verlaeten den dienst. Kil. Eer hij 't sterflijk kleet verliet. Antonid. Haer verlaten ende haer haren scheydbrief gegeven. Bijbelv. Van toegenegenheid en hulp berooven: vrouw en kinderen verlaten. Mijn vader, ende mijne moeder, hebben mij verlaten. Bijbelv. Mijn God! Mijn God! waarom verlaat gij mij? L.D.S.P. Schoon duizenden de kroon verl eten. Vond. Laten varen: huis en have verlaten. Ick hebbe mijn huijs verlaten, ick hebbe mijne erffenisse laten varen. Bijbelv. Verlaat het kwaad. Men moet de vriendschap niet verlaten. Het pad der deugd verlaten, is, daarvan afwijken. Zich ergens op verlaten, beduidt, daarop vertrouwen: verlaeten op den bijstant der Godinne. Vond. Verlaeten sich selven op iemanden. Kil. Oul. werd verlaten ook voor kwijtschelden gebezigd: eñ ic verlate u tghelt enz. Bijb. 1477. Iemand van zijnen dienst verlaten heeft Wagen., voor iemand uit zijnen

[pagina 185]
[p. 185]

dienst ontslaan, of zetten. Iemand van een ambt verlaten. Hooft. Het onzijd. verlaten is bij Kil. aflaten, ophouden. Van hier verlatenis, Kil, verlater, verlating. Het deelw. verlaten, zie hier onder.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken