Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Verslijten]

VERSLIJTEN, bedr. en onz. w., ongelijkvl. Ik versleet, heb en ben versleten. Van het onscheidb. voorz. ver en slijten. Bedr., door slijting doen vergaan: gij verslijt uwe kleederen al te schielijk. Doen vergaan, over het algemeen: het graf sal hare gedaente verslijten. Bijbelv. Doorbrengen: zijnen tijd in ledigheid verslijten. In 't goede verslijten sij hare dagen. Bijbelv. Verbruiken: mijne uijtverkorene sullen het werck harer handen verslijten. Bijbelv. Slijten, gelijk als men koopwaren doet, welke beteekenis eigenlijk nog slechts in het hoogd. verschleiszen voorkomt, maar oneigenlijk ook nog in de spreekwijze: waarvoor verflijt gij mij? en dergelijke; waarin ergens voor verslijten oorspronkelijk evenveel moet zijn geweest, als daarvoor aan anderen verhandelen, schoon het thans hetzelfde is, als daarvoor houden: ik heb u steeds voor eenen kloekmoedigen man versleten. Onz., uit hoofde van slijting vergaan: mijn rok begint te verslijten. Vergaan, over het algemeen: de tijd sleet ongevoelig. Van hier verslijtbaar, verslijtelijk, verslijting. Zamenstell.: onverslijtbaar, onverslijtelijk. Het deelw. versleten wordt als bijv. n. gebruikt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken