Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Vier]

VIER, een der hoofdgetallen, dat tusschen drie en vijf staat. Het wordt bij z.n. gevoegd, of staat op zich zelf. In het eerste geval wordt het niet verbogen; het zij het z.n., waarbij het gevoegd wordt, uitgedrukt worde, dan niet: het slaat vier. Ik heb er vier opgenoemd. Voor vier jaren. De vier getijden des jaars. Een der vier Evangelisten. Maar als het op zich zelf staat, wordt het verbogen: wij waren met ons vieren. Het is reeds over vieren. Een wagen van vieren. Het werd in vieren verdeeld; en komt het meermalen als een vrouwelijk z.n. voor: die vier is uitgewischt. Drie

[pagina 331]
[p. 331]

vieren, drie kaartsen, waarvan vier een pond uitmaken. Ik steelde de vier van ruiten op. Hij wierp twee vieren. Dat dit telwoord oulings, even als in het neders., veer luidde, blijkt uit veertel, veertien, veertig, enz. Voorts komen van hier vierde enz., vierling, en het verkleinw. viertje. Zamenstell.: vierbladig, vierdaagsch, vierderhande, vierderlei, vierdik, vierdoornig, vierdraadsch, vierdubbel, vierduizendste, vierendeel, enz., vierhoek, enz., vierhonderdste, vierhoornig, vierjarig, vierkant, vierkleurig, vierledig, vierlobbig, viermaal, enz., viermaandig, vierman, vierponder, vierpondig, vierpootig, vierschotig, viersprong, vierstippig, vierstrepig, viertal, viertandig, viertijdig, viervakkig, viervingerig, viervlakkig, viervoet, enz., viervorst, viervoud, enz., vierwekig, vierwerf, vierzijdig, vierzins, enz.

Vier, oulings, even als in het neders., veer, Kero feor, Ottfrid. fiar, opperzwab. fiare, Ulphil. fidwor, fidur, sal. wet. fitter, angels. feother, feower, vries. fiouwer, eng. four, zweed. fijra, deen. fire, in den Statenbijbel hier en daar viere.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken