Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Vliegen]

VLIEGEN, onz. w., ongelijkvl. Ik vloog, heb en ben gevlogen. Zich met behulp van vleugelen door de lucht bewegen: gelijck een arent, die nae den hemel vliegt. Bijbelv. Arbeid is den mensch, recht als den voghel 't vlieghen, ook tot lijfs welvaart nut. Spiegh. Gaf mij iemand duivenvleuglen 'k vloog heen. L.D.S.P. De vogels vloogen door den hemel. Vond. De vliegende visch ontsnapt den haai al vliegende. Die vogel heeft nog nooit gevlogen. Figuurlijk: hij wil vliegen, eer hij vleugels heeft, hij onderneemt iets, waartoe hij nog buiten staat is. Vlieg niet hooger, dan uwe vleugels reiken, verhef u niet boven uwen kring. Hoog vliegende uitzigten, denkbeelden, enz. Door de lucht bewogen worden: de vederen der opengesnedene bedden vlogen ginds en herwaarts. De staele voncken vliegen door het hol, dat het snort. Vond. Hij schoot eenen pijl, dien hij dede over hem vliegen. Bijbelv. Zie de koegels eens vliegen. Brandt. In de lucht vliegen, zegt men van iets dat door ontvlammend buskruid om hoog gedreven wordt: er vloog een kruidmagazijn in de lucht. Een Vriesche kapitein liet zich met twee Engelschen in de lucht vliegen. In brand vliegen, is plotselings ontvlammen: de halve stad is in brand gevlogen. Berg Atos - vloog in brant. Vond. Snellijk bewogen, of gedreven, worden: er vloog een steen door het venster. De glazen vlogen ons om het hoofd. Het bloed vloog hem door het aangezigt. Zoo vloog het minnevier door bloet en merg en spier. Poot. Zich snellijk bewegen: dees, om een kleijne winst, en die hem noch kan missen, vliegt over land en zee, door woeste wildernissen. Westerb. Ik vlieg naar beneden. Vlieg ter hulp! En vliegen teffens op hem aan. Vond. Zij vloog in mijne armen. Zoo vlieg haer om den hals.

[pagina 373]
[p. 373]

Vond. Het booze wijf vloog hem in het haar. Den soon de moeder vliegen in haar graaffelijke kroon. Antonid. Oneigenlijk: verscheide goelijkheden, die van haar handt vlogen. Hooft. Het werk vliegt hem van de hand, is, het gaat hem vlug af. Het vliegt mij uit de hand, is, het wordt mij daar snellijk uit gedreven. Langs de straat vliegen, is behalve, snellen, ook rinkelrooijen. Het vuur vliegt hem uit de oogen, wordt in verschillenden zin gebruikt. De oogen vliegen hem door het hoofd, beteekent, hij heeft eenen vluggen oogopslag. Een vliegend leger, is een, dat zich snellijk beweegt. Vliegende gedachten, zijn, vlugtige. Het vliegende vuur, is, eene hitte, die door het menschelijke ligchaam als henen vliegt. Een vliegende haast, is, een groote. Een vliegende wind, is, een geweldige: het waait eenen vliegenden storm. Zoo vat een vliegende noortsche buij recht in het zeil. Vond. Voorts is vliegend gevleugeld, in: het vliegende paard Pegasus. Vliegende kat, vliegende hond, enz. Wapperend, in: met vliegende vaandelen, vliegende haren, enz. Gevlogen beteekent verdwenen, in: het is gevlogen; in overeenstemming met: wij vliegen daer henen. Bijbelv. Eindelijk heeft vliegen den zin van vliegend en ander wild door middel van valken vangen: daer hi wt reet vlieghen. Velden. Het vlieghen met de valck. R. Vissch. Vlieghen ende iaeghen. Kil. Heeft meer lust te vliegen en te jaegen. Vond. Overdragtelijk: ik vlieg naer hoogen lof, ik jaeg naer gelt met hoopen. D. Deck. Van hier gevlieg, vlieg, z.n., m., windhond. Kil. - Vlieg, z.n., vr., vliegens, vlieger, en bij Kil., vlieghelen, vlichelen, voortd. w. van vliegen, van waar vlichelsteerten, vlichsteerten, en vlicheltere, anders vijfeltere, en vlieghwouter, of vijfwouter, pepel. Voorts komen van vliegen de zamenstell.: vliegluis, vliegwerk, enz. Aanvliegen, doorvliegen, invliegen, navliegen, ontvliegen, opvliegen, toevliegen, uitvliegen, vervliegen, voortvliegen, enz.

Vliegen, hoogd. fliegen, opperd. fleugen, Isid. fleugen, bij ons oulings ook vleugen, van waar vleug, vleugel, vleughe, en vleughs, bij Kil., Ottfrid. fliagan, Willer. flukke, vries. fliugge, fleane, zweed. fluga, deen. fleijen, eng. flij, lat. volare, is

[pagina 374]
[p. 374]

verwant aan het lat. velox, zweed. flij, snel, en ontleent zijne beteekenis van de twee voorste letters.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken