Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Vloek]

VLOEK, z.n., m., des vloeks, of van den vloek; meerv. vloeken. Van vloeken. De bedreigingen, waarmede men iemand vloekt: vellende 't volk eenen vloek. Hooft. Of hij zich uwen vloek op den hals haelde. Vond. Als hij de woorden deses vloecks hoort. Bijbelv. Naar den vloek van 't vinnig bedelwijf. Westerb. Het kwaad, waarmede men iemand in zulken vloek bedreigt: daerom verteert de vloeck het lant. Bijbelv. Hij zij met vloek, en ramp, en leed, bedekt. L.D.S.P. Gij hebt den vloek der wet op uwen hals gedragen. D. Deck. Moort, gevolght van duizent vloecken. Vond. Het voorwerp, 't welk door dat kwaad getroffen wordt: heeft ons verlost van den vloeck der wet, een vloeck geworden zijnde voor ons. Bijbelv. Eene uitdrukking, waarin men zich zelven, of anderen, verwenscht, of ligtvaardig zweert: om het derde woord uit hij eenen vloek. Hij speele, lijden best. Daer helpt noch vloek, noch tooren. Westerb. Van iets, dat onophoudelijk tegen ongeluk te worstelen heeft zegt men: er schijnt een vloek op te liggen. Van hier vloekbaar. Zamenstell.: vloekgenoot, vloekgespan, vloekgodin, vloekverwant, vloekverwantschap, enz. Bastaardvloek, havenvloek. Vond. enz.

Vloek luidt bij Notk. en Willeram. fluoch, Ottfrid. fluah, Strijk. fluec, hoogd. fluch, neders. flook.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken