Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Voeden]

VOEDEN, bedr. en onz. w., gelijkvl. Ik voedde, heb gevoed. Anders voen. Bedr., van inwendig levensonderhoud voorzien: wij werden door hem gevoed en gekleed. Zijn schaapen, die hij weid en voed. L.D.S.P. Hij voedt het, ende onderhoudt het. Bijbelv. Een poeet, gelijk een paerd, is best, wanneer hij werdt gevoedt, en niet en werdt gemest. D. Jonktijs. Door onmiddellijke toediening van spijze verzorgen: men moet hem voeden als een kind. Aankweeken over het algemeen: hij voedt zijne uitzigten op uitkomst. Gij moet uwe droefheid niet voeden. Die konsten broedt en voedt. Westerb. Voen Godts gramschap, niet te temmen. Vond. Bij zich omdragen: een troostelijk vertrouwen voeden. Zijnen geest voeden, is, hem versterken. Eene slang in den boezem voeden, is, eenen verrader weldoen. Onz., is voeden den honger stillen: die spijs voedt weinig. Voedende spijs, is, krachtige versterkende, ook wel eens gevoede. Van hier voeder, voederen, enz., voeding, voedsel, voedster, enz., voedzaam. Zamenstell.: voedmiddel, enz. Doorvoeden, overvoeden, enz.

Voeden, Kil. ook vueden, Ulphil. fodan, neders. föden, zweed. föda, eng. feed, schijnt van zijnen klank de beteekenis van drukken, en door drukking opvullen, te ontleenen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken