Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Volk]

VOLK, z.n., o., des volks, of van het volk; meerv. volken, en volkeren. Verkleinw. volkje. Eigenlijk, een aantal van bijeen behoorende personen; zoo als die tot een en hetzelfde geslacht behooren. Dezen zin heeft het woord nog hier en daar in het neders. In vriesl. is: ik ben van zijn volk, evenveel, als van zijne maagschap. En: ik worde versamelt tot mijnen volcke, Bijbelv., is evenveel, als tot mijne vaderen, en verdere maagschap, in den scheol, zoo als de Hebreeuwen hun doodenrijk noemden. Een aantal dienstboden: hij joeg op eenmaal al zijn volk weg. Dat is goed voor het volk in de Keuken. Hij bracht alle have weder - als oock de wijven, ende het volck. Bijbelv. De werklieden van eenen werkbaas: de Timmerman had geen volk genoeg. Zeelieden: meer dan een volkhouder werft volk voor mij. Terstond beveelt hij 't volk de zeilen op te haelen. Vond. Deze beteekenis heeft dit woord ook in oorlogsvolk; maar in krijgsvolk is het tot lieden, die te lande dienen, betrekkelijk, die ook dikwijls enkel volk genoemd worden: ligt er veel volk in die stad? Er komt morgen wederom volk binnen. Hij diende het volk voor wegwijzer. Volk ten oorlogh opontboden. Vond. Doe stond Jerubbaal vroegh op, ende al het volck, dat met hem was. Bijbelv. Voorts is dit woord meermalen bijzonderlijk tot gasten betrekkelijk: wij krijgen volk. Hebt gij volk? Als ghij volck ter maeltijd hebt geroepen. Westerb. Tot de lieden, die in eene Kerk, of elders, verzamelen: die Predikant heeft het meeste volk. Was er veel volks in de Komedie, op de Maas, enz. Hij drong midden door het volk. De gezamenlijke bevolking van eene plaats: eene stad vol volks. Quamen tot Lais, tot een stil ende seker volck. Bijbelv. Als hij was getreden, daer 't volk vergaedert was. Westerb. Het burgerrecht verweerde door 't overschot des volks. Vond. De lagere burgerstand: het onderscheit van volck en burgerije, en 't ampt der Overheit. Vond. Door sulcke beuselen laet zich het volk bewegen, dat groot en machtig beeft. Westerb. Voor het volk schrijven. De gezamenlijke leden van eenen grooteren of

[pagina 412]
[p. 412]

kleineren slaat: een strijdbaar volk. Het Fransche volk. De Vorst is voor 't volk gemaakt. Hooft. De zeven volcken, alle uit eenen Duitschen stam. Vond. Een grooter of kleiner aantal van evenveel welke levendige wezens: zie die kinderen eens; het is een volkje! De Konijnen zijn een machteloos volck. Bijbelv. Slecht volk, is het laagste gepeupel. Van hier de zamenstell: volkenregt, volkhouder, volknut, voordeelig voor de Landzaten: volknutte regeerlessen. G. Brandt. - volkrijk, volksbedrog, volksdwang, volksbegrip, volksbestuur, volksbeweging, volksdwaling, volksdwang, volksgeluk, volksgerucht, volksleider, volkslied, volksmagt, volksnut, volksoploop, volksoproeping, volksoproer, volksopstand, volkspartij, volkspraatje, volksregering, volksregt, volkstem, volkstiran, volksverdrukker, volksvergadering, volksverhuizing, volksvermaak, volksvertegenwoordiger, volksvertegenwoordiging, volkswapening, volkwerver, volkwijg, enz. Arbeidsvolk, bevolken, enz., bootsvolk, bruiloftsvolk, kloostervolk, krijgsvolk, landvolk, manvolk, oorlogsvolk, paardevolk, scheepsvolk, voetvolk, vrouwvolk, werkvolk, enz.

Volk, hoogd., neders. ook volk, zweed., eng., vries. folk, angels., Isidor. folc, Ottfrid., Notk. folck, is verwant aan het deen. flok, Tartar. pulk, gr. πολυς, veel, aan ons vol en veel, en aan het lat. vulgus, het gemeene volk, anders ook volgus. Nu leiden sommigen dit volgus, en volk, enz. af van volgen, omdat een aantal menschen, die gezamenlijk iemand volgen, volk vormt; maar wij laten zulks onbeslist.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken