Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V (1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. VToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.31 MB)

Scans (477.69 MB)

ebook (6.03 MB)

XML (2.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V

(1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Vriend]

VRIEND, z.n., m., des vriends, of van den vriend; meerv. vrienden. Verkleinw. vriendje. Bij verkorting vrind. Eigenlijk iemand, die bemint. Bijzonderlijk een naastbestaande: de vrienden wilden het huwelijk niet gedogen. De naaste vrienden werden bij het sterf bed geroepen. Ik heb hier vriend noch maag. Een beminde: sulck een is mijn liefste, ja sulck een is mijn vrient. Bijbelv. Iemand, die een ander met eene Jonathans. liefde bemint: waar vind ik eenen regtschapenen vriend? Een vrient heeft t'allertijt lief. Bijbelv. Iemand, met wien men vriendschappelijk omgaat, ja wien men eene groote mate van genegenheid toedraagt: als wij vrienden blijven zullen. Om mijne vrienden, die ik acht. L.D.S.P. Iemand, wien men niet wel anders weet te noemen: hoor eens hier, vriend! Of wien men geenen beter voegenden titel weet te geven: Vriend N.N.! wees zoo goed, en zend mij morgen, enz. In den Statenbijbel, een vertrouwde vriend, een geheimraad: Husai, de Architer, was des Konincks vrient. Ergens een vriend van zijn, is, een lief hebber: ik ben geen vriend van spelen. Iemand te vriend hebben, is, door hem begunstigd worden. Figuurlijk: gij hebt weer en wint te vrient. Vond. Een goede vriend, is, iemand, met wien men vriendschappelijk verkeert. Spreekw.: wel goede vrienden, maar malkanderen niet in de beurs! uwe vriendschap moet mij niet benadeelen. Een vriend in nood is iemand, die zijnen vriend als dan niet aan zich zelven overlaat. Wegens eene vrouw bezigt men, in bijkans al de opgenoemde beteekenissen, vriendin. Voorts komt van vriend, bevriend, vriendelijk, vriendloos, Kil. vriendschap, enz. Za-

[pagina 499]
[p. 499]

menstell.: vriendbroederlijk, vriendengroet, vriendenmaal, vriendhoudend, vriendmatig, enz. Allemansvriend, bloedvriend, boezemvriend, echtvriend, halsvriend, hartevriend, huwelijksvriend, ontvrienden, onvriend, tafelvriend, zielevriend, enz.

Vriend, eng. friend, angels. freond, vries. freun, neders. fründ. hoogd. freund, Kero, Ottfrid. friunt, Ulphil. friends, zweed., ijsl. fraende, is evenzeer een deelw. van frigon, beminnen, als vijand van vijen, haten; zie vrijen. Anderen brengen het tot het aloude frithe, vrede.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken