Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Waard]

WAARD, bijv. n. en bijw., waarder, waardst. Eene bepaalde aanspraak op de schatting van anderen hebbende, in vergelijking met den bekenden graad van schatting van iets anders. In vergelijking met het geld, den eenmaal aangenomenen maatstaf van de waarde der dingen, daar alsdan derzelver begrip in den vierden naamval geplaatst wordt. De ring is tien guldens, het huis

[pagina 7]
[p. 7]

is twee duizend guldens waard. Hoe veel is dat stuk goeds waard? Het is veel waard, niets waard. In vergelijking met elk ander ding van bekende waardering, daar dit dan of door het omschrijvende dat uitgedrukt wordt, als: de zaak is niet waard, dat ik er aan gedenk. Gij zijt niet waard, dat de zon u beschijnt. Hij was waard, dat men hem kwelde, hij had het verdiend. Of door middel van een naamwoord, hetwelk dan, gemeenlijk, in den tweeden naamval staat. Het is der moeite niet waard. Ook beteekent het eenen hoogen graad van aanspraak op iemands achting hebbende, als: mijn beste, waarde vriend. Die zaak is mij zeer waard. Hij is mij waarder dan zij. Doch, van zaken gesproken gebruikt men, in plaats van de trappen van vergrooting, meer, minder, het meeste, het minste. Deze zaak is mij meer waard dan die andere. Dit boek is mij minder waard. Van alle deze zaken is dit mij het minste en dat het meeste waard.

Waard, hoogd. werth, reeds bij Ulphil. vairths, zweed. värd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken