Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Wegen]

WEGEN, bedr. en onz. w., ongelijkvl. Ik woog, heb gewogen. Eigenlijk, bewegen; maar het tegenwoordige gebruik bepaalt zich tot de wiegende beweging van eene balans, waarmede men de zwaarte van iets navorscht, en tot deze navorsching: wilt gij weten, hoe zwaar het is, weeg het. Abraham woech Ephron het gelt. Bijbelv. Die niets en weeght, dat niet de tongh het huijsjen haelt. Westerb. Overdragtelijk, is, iets wel wikken en wegen, het rijpelijk overdenken, overwegen:

 
Weeght eens met bedachte sinnen,
 
Wat de schoonheijdt is van binnen. Geschier.

Onz., is wegen zulk of zulk eene zwaarte hebben: het woog nog geen vijf pond. Hoe zwaar weegt gij? Zwaar bij iemand wegen is bij hem in achting en vertrouwen zijn: de eene broeder weegt bij mij zwaarder, dan de andere. Dat het zwaarste is moet het zwaarste wegen, beteekent, het gewigtigste moet het meeste in aanmerking komen. Hij weegt niet zwaar, hij heeft niet veel verstand. Van hier weegster, wege, wegen, of wegens, weger. Zamenstell.: weegboontje, weegglas, weegschaal, weegsteen, enz. Afwegen, bewegen, herwegen, nawegen, opwegen, overwegen, toewegen, uitwegen, voortwegen, enz.

Wegen, hoogd., neders. wägen, angels. waegan, zweed. väga, luidt bij Kil. ook wegghen, en is volgens hem het zelfde woord, als wagen, van waar waag, wagen en gewagen. Het is voorts verwant aan waken, van waar wacht, wakker, enz.; aan het lat. vigilare; aan wekken, aan wikken, wiggen, van waar wigge, wigt, enz. en aan wiegen, met deszelfs afstammelingen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken