Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Welk]

WELK, vragend en betrekkelijk voornaamwoord. Zie Inleiding, bl. 119-121 en 123. In eenen vragenden zin laten welk en wat zich met elkanderen verwisselen,

[pagina 140]
[p. 140]

en zegt men evenzeer welk, of welke, man, als wat man, welke vrouw, als wat vrouw, welk ding, als wat ding, welke mannen, vrouwen, en dingen, als wat mannen, vrouwen, en dingen. Meermalen heeft welk achter zich een, of eene, en bij deszelfs betrekkelijk gebruik voor zich de en het. Deze laatste lidwoorden verbindt men aan welk, en alsdan geeft men aan hetzelve in den eersten naamval van het mannelijke geslacht steeds den vorm van welke, dien het daarentegen nimmer heeft, als het een achter zich krijgt; zie Inleiding, bl. 120. Intusschen voegt geen van beide bijvoegselen iets wezenlijks bij de kracht van welk op zich zelf. Van welk eenen man hebt gij dat gekregen? en van denwelken ik het kreeg, beantwoorden allezins aan van welken. En men bezigt welk een in alle verschillende gevallen, waarin men welk in het enkelvoud als vragend voornaamwoord bezigt, inzonderheid, wanneer eene verwondering in eene vraag ingekleed wordt: welk een man! Men zegt echter ook: welk een man gaf u dat? zoo, wanneer men blootelijk naar den persoon, als, wanneer men naar zijne hoedanigheid, vraagt. Daar welk evenwel van een afgescheiden blijft, bepalen de zamenstell. van dit woord zich bij welkerhande, welkerlei, welkerwijze. Dewelke, hetwelk, of hetwelke.

Welk, neders. ook welk, osnabrug. wel, oulings uuele, Isidor. welicher, Kero huuelich, Ulphil. hweileiks, zweed. hvilken, hoogd. welcher, komt van het oude wa, dat nog in Vriesland voor wie gebruikelijk is, en lich, lijk, lk. Het is dus verwant aan wat, dat insgelijks van het gezegde wa afstamt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken