Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Wisselen]

WISSELEN, bedr. en onz. w., gelijkvl. Ik wisselde, heb gewisseld. Bedr., verruilen: en wisselt 's vaders hof om al 't gewas der zomeren van 't graenrijck Pruissen. Vond. Wisselen het gheld. Kil. Bijzonderlijk, een groot stuk gelds tegen ander klein geld verruilen: ik liet eenen gulden wisselen. Paarden wisselen verschilt van paarden verruilen; dit is evenveel als vertuischen, maar het andere beteekent, versche paarden nemen. Tanden wisselen, is nieuwe tanden krijgen. Brieven met elkanderen wisselen, is, dezelve over en weder schrijven. Woorden wisselen, met elkanderen spreken. Eenen kogel wisselen, een tweegevecht met pistolen houden. Onz., op elkander volgende veranderingen ondergaan: daar alles wisselt en vergaat. Elkander op weg voorbij rijden: er is geene ruimte, om te wisselen. Van paarden wisselen, is, in plaats van de paarden, die men heeft, andere krijgen. Van tanden wisselen, of enkel wisselen, andere tanden krijgen. Eindelijk is wisselen het bedrijf van eenen wisselaar oefenen: hij wint veel gelds met wisselen. Van hier gewissel, wissel, wisselaar, wisseling. Zamenstell.: wisselbaar, wisselbank, wisselbrief, wisselhandel, handel in wissels - wisselheer, wisselhonden, wisselhuis, wisselkans, wisselkind, wisselkleed, wisselkoers, koers van den wissel - wisselkoets, wisselkoorts, wisselloon, wisselpaard, wisselplaats, wisselvallig, enz. Afwisselen, inwisselen, uitwisselen, verwisselen, enz.

[pagina 223]
[p. 223]

Wisselen, neders. wesseln, hoogd. wechseln, Tatian. wechslen, vries. wichselje, zweed. växla, schijnt verwant aan het lat. vices.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken