Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Wol]

WOL, wolle, z.n., vr., der, of van de wol; meerv. wollen; dat alleen van verschillende soorten gebezigd wordt. Fijn, kort, kroes, en ineen geslingerd, haar: de wol van het hoofd van eenen neger. Die poedelhond heeft loutere wol op het lijf. Soortgelijk eene beteekenis heeft het woord in boomwol. Maar bijzonderlijk gebruikt men het voor het haar van schapen: wol van Angola, IJslandsche wol. Sij soeckt wolle ende vlas, ende werckt met lust harer handen. Bijbelv. Gij verscheurt en vilt de kudde en plukt de wol. D. Deck. De wol van eene vacht getrokken. Vond. Van de overfijne wolle. Hooft. Veel geschreeuw, maar weinig wol, zie geschreeuw. In de wol geverfd, is eigenlijk wollen stof, die geverfd is, eer zij geweven wordt; oneigenlijk, een mensch, die zich aan niemand stoort. Wolleken aen bloemen ende kruijden, is, bij Kil., het wollig haar, dat men somtijds daaraan vindt. Van hier wollen, werkw. welks deelw. gewold, als bijv. n. gebezigd wordt, wollen, bijv. n., wollig. Zamenstell.: wolachtig, wolbaal, wolbeest, wolbereiden, enz. - woldoorn, woldraaijer, woldrager, of woldrig, voor een schaap: de woldrig, dien de schrik, enz. Moon. De leeuw met woldrig op de jagt. Houtam; even als vaandrig, voor vaandrager. Wolgras, wolhandel, wolkaard, wolkaarden, wolkam, wolkammen, enz. Wolkooper, wolkruid, wolplukken, wolplukker, wolscheiden, wolspinnen, wolverwen, wolvlok, wolzak, enz. Boomwol, geitenwol, schapenwol, enz.

Wol, hoogd. wolle, Notk. wolla, eng. wool, angels., neders. wulle, zweed., ijsl. ull, slav. welua, schijnt aan vel, het lat. vellus, enz. verwant.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken