Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Zak]

ZAK, z.n., m., des zaks, of van den zak; meerv.

[pagina 281]
[p. 281]

zakken. Verkleinw. zakje. Eene holle, aan den eenen kant geslotene, ruimte, die uit eene buigzame stof vervaardigd is: eenen esel met broot, ende eenen lederen sack met wijn. Bijbelv. Maar aan kleine zakken geeft men den naam van zakje, buidel, beurs, of tasch. Alleen behoudt men den naam van zakken wegens holligheden in de kleederen, die tot berging van een en ander geschikt zijn: steek het in den zak van uwen rok; wegens die van eene biljard- of truktafel: zijn bal verliep in dien zak; en in de zamenstell.: geldzak, haarzak, pleitzak, enz. Voorts is zak meermalen zoo veel, als er in eenen gewonen zak gaat: een zak aardappelen. Hoe veel kost het koren, de zak? Twee zak zesthalven. Zeshonderd guldens maken eenen zak. Eene plaats, die van achteren evenzeer, als aan weerskanten, gesloten is: het water wordt door den wind in dien zak opgehoopt. Toen ik aan het einde kwam, zag ik, dat het geene straat, maar een zak, was, en moest ik weer terug. In den Statenbijbel een treurkleed van harde en grove stof: scheurt uwe kleederen, ende gordet sacken aen, ende weeklaget. Bij Kil. een bijzonder mannenkleed van lateren tijd: gheen onzen borger rok, noch caproen, nochte gheenrehande zac, draghen en sellen. v. Hass. Soortgelijk eene beteekenis heeft ook het lat. sagum. Hedendaags is zak een wijd vrouwenkleed met eenen sleep; doch in dezen zin bezigt het gebruik de scherpe s; zie sak. Bij Kil. de maag, even als in het hoogd.: zijnen zak vullen. Daarentegen is zijne zakken vullen meermalen, oneigenlijk, zich verrijken. Iemand den zak geven, is, hem zijne pakkaadje aanreiken, opdat hij vertrekke, hem zijn afscheid geven: hij gaf dien knecht welhaast den zak. Den zak krijgen, is, weggezonden worden. Iemand in zijnen zak hebben, zijne kunstgrepen ontwaar worden: ik heb hem al in mijnenzak. Met pak en zak vertrekken, is, met al het zijne. Eene kat in den zak koopen; zie kat. Kat in den zak is een bijzonder slag van linnen. Hij viel in elkanderen als een natte zak, hij viel geheel ineen. Het verkleinw. zakje, is het beursje, waarmede men in de Kerken rondgaat: steek het in het zakje; en menigerlei ander slag van kleine zakken, van papier, enz. Van hier zakken. Zamenstell.: zakband, zakbijbeltje, zakboekje, zakbor-

[pagina 282]
[p. 282]

steltje, zakbreuk, zakdoek, zakgat, zakgeld, zakgezwel, zakhorologie, zakjesbloem, zakkedrager, zakkuil, zaklinnen, zakmes, zaknet, zakpijp, zakpistool, zakspiegel, zakvol, zakuurwerk, enz. Aardappelzak, balzak, beddezak, bedelzak, broekzak, builzak, bultzak, doedelzak, dijzak, geldzak, haarzak, haverzak, hoekzak, hopzak, klootzak, knapzak, korenzak, lederzak, leugenzak, luiszak, meelzak, middelzak, molenzak, plenzak, rotzak, stronizak, stroozak, waterzak, wijnzak, windzak, wolzak, zoutzak, enz.

Zak, hoogd., neders., eng. sack, zweed. säck, vries. sek, pool., fr. sac, sp., ital. sacco, lat. saccus, gr. σαϰϰος, hung. tsak, lapl. tsakes, hebr. שק.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken