Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Zede]

ZEDE, z.n., vr., der, of van de zede; meerv. zeden. Eigenlijk, de wijze, waarop een kleed iemand zit; en voorts de meerdere, of mindere, behagelijkheid, welke iemands wijze van doen hem bijzet. In

[pagina 304]
[p. 304]

het gebruik, iemands wijze van doen: bevallig van zeden en manieren. Mijn zeden haer ook aengename zijn. C. v. Ghistel. Heeft ontrent den tijt van veertigh jaren hare zeden verdragen in de woestijne. Bijbelv. Gewoonte, gebruik, instelling: in hunne zede. Vond. Dede hi hem hulden, na den zede. M. Stok. Het es onze zede in dit lant. Walewein. Moest gij de strengheit ook der Roomsche zede smaken? D. Deck. Sij verkondigen zeden, die ons niet geoorloft en zijn aen te nemen. Bijbelv. Die zeden van den autaer. Bijb. 1477. Handelwijze ten aanzien van wezenlijke verpligtingen: de bedorvene zeden der groote menigte. Quade t'samensprekingen verderven goede zeden. Bijbelv. Zijn zeden, zijn daaden zijn vol snoode spoorloosheden. L.D.S.P. o Tijden! o Zeden. Bijzonderlijk, een goed gedrag, en geneigdheid daartoe: eene ernstige aanbeveling van deugd en zeden. Van hier sedebaer, bij Kil. Zedelijk, zedeloos, zedig. Zamenstell.: zedekunde, enz. Zedeleer, zedeleeraar, zedeles, zedemeester, zedenbederf, zedenrijk, zedespreuk, zedevoogd, zedewet, enz.

Zede, Kil. sede, Notk., Willer. sito, hoogd. sitte, oudd. sidde en sid, zweed. sed, ijsl. sidr, angels. sida en sitha, komt overeen met siton, plegen, handelen, schikken, bij Notk. en Ottfrid. In het ijsl. luidt zede ook aete, en in het gr. εϑος, dat door Wacht., Ihre, enz. voor het stamwoord gehouden wordt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken