Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Zegenen]

ZEGENEN, bedr. w., gelijkvl. Ik zegende, heb gezegend. Van zegen. Hoogd. segnen, Ottfrid. segenon. In overeenkomst met het aangevoerde bij zegen, is zegenen in de roomsche kerk, het teeken des kruises, met de hand, voor zich maken, van waar nog: zich kruisen en zegenen. Voorts wordt zegenen, in vele verschillende beteekenissen gebezigd. Met allerlei heil beschenken: hij wordt in al zijn doen gezegend. Van omhoog gezegend, liefelijk beregend. L.D.S.P. Hij segentse, sodatse seer vermenichvuldigen. Tot heil doen strekken: al zijn doen wordt gezegend. So sal hij u broot ende u water segenen. Bijbelv. Met toezegging van heil begunstigen: man ende wijf schiep hijse, ende segendese. Bijbelv. Men hield oulings den zegen van zijnen vader voor eene godspraak, en beefde op het denkbeeld van door hem niet gezegend te worden. Met toewensching van heil achtervolgen: zegentze die u vloeken. Door zulke toewenschingen worden de namen van aanzienlijke personen in de redenen der Oosterlingen eershalve gevolgd. Van hier, dat iemand zegenen bij hen evenveel werd als hem vereeren, roemen, loven: gezegend zij de

[pagina 334]
[p. 334]

groote Koning, die ons in 's Heeren naam genaakt. L.D.S.P. Uwe gunstgenooten sullen u segenen. Bijbelv.; waar iemand zegenen ook evenveel is, als hem vaarwel zeggen, hem alle hulde opzeggen, in: segent Godt, ende sterft! en op meer andere plaatsen. Zelfs lasteren, vloeken, waarschijnlijk, omdat ook daartoe weleer het kruisteeken misbruikt werd; eene reeds verouderde beteekenis, welke echter nog in den Statenbijbel voorkomt: misschien hebben mijne kinderen gesondigt ende Godt in haer herte gezegent. Gij hebt Godt ende den Koningh gezegent. Voorts is iets zegenen aldaar ook, bidden, dat het ten goede gedije: feghenen de tafel. Kil. Hij segent het offer, daerna eten de genoodigde. Bijbelv. Het bruiloftsbed zegenen. Halma; bij wien men ook eene Kerk zegenen vindt; doch in dezen zin bezigt men liever inzegenen. Zich zelven zegenen, is, zich ergens van te goede doen: ik twijfel niet, of gij hebt u daarvan wel gezegend; of zich door middel van het teeken des kruises van een dreigend onheil, zoo als men waant, vrijwaren: zij kruiste en zegende zich. Seghenen met het teecken des kruijs, Kil.; en zich zelven heil toewenschen, of toezeggen: dat hij sich selven segene in sijn herte, seggende: ick sal vrede hebben. Bijbelv. Het deelw. gezegend wordt op velerlei wijze gebruikt: iemands gezegenden zijn, die door hem gezegend worden: sijne gesegende sullen de aerde erflick besitten. Bijbelv. Een gezegend land is een gelukkig. Een gezegende staat is zwangerheid. Gezegende omstandigheden zijn voorspoedige. Zich gezegend ergens van voorzien, is, zich daarvan rijkelijk bedeelen. Ook wel eens als tusschenwerpsel: wel, gezegend! wat drinkt gij een water! Van zegenen komt voorts zegenaar, zegening. Zamenstell.: inzegenen, enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken