Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Zien]

ZIEN, o. en bedr. w., onregelm. Ik zag, heb gezien. On zijd., met hebben; eene zekere gestalte, een zeker uitzigt hebben, 't welk door een bijwoord uitgedrukt wordt: zuur zien, een zuur gelaat aannemen, vertoonen. Scheel zien, bleek zien, rood zien, enz. Wat ziet die boter geel! Ook eene zekere rigting hebben: dit venster ziet op den tuin. - Bedrijv., schoon het hier ook dikwerf in de gedaante van een onzijd. w. voorkomt; door middel van het oog gewaar worden. Eigenlijk: ik kan niet zien. De nevel verhinderde mij te zien. Mijne oogen zien niet ver. Ik kan uit mijne oogen niet zien. Hij is het, wanneer ik wel zie. Nu ziet gij uit andere oogen, fig. nu hebt gij een veel beter voorkomen. Door een glas, door een bril zien. Uit zijne eigene oogen zien, naar zijn eigen oordeel te werk gaan. Nederwaarts, opwaarts zien. - In eenen meer bedrijvenden zin: ik zie niets. Dit's 't laatst, dat ik u zie. Hooft. Vier oogen zien meer, dan twee. Ik zie het met mijne oogen, voor mijne oogen, eene nadrukkelijke manier van spreken. Iets door de vingeren zien, fig., eene zaak ongemerkt laten voorbijgaan. Er is hier iets te zien. Zij komen, om te zien, en om gezien te worden. Ik wil hem wel eens zien, die hier in iets berispenswaardig vindt, d, i., niemand zal voorzeker daarin iets te berispen vinden. Zijne vreugde, zijn genoegen, zijn verdriet, aan iets zien, het met vreugde, genoegen, verdriet aanzien. - Insgelijks met allerlei voorzetselen. Op iets zien, de oogen daar op rigten; fig., het van belang en waarde rekenen, het in aanmerking nemen: zie niet op de waarde van het geschenk, maar op mijn hart. Ik zie niet op dat weinigje geld, dat ik daarmede zoude winnen, maar op het regt, waarmede

[pagina 368]
[p. 368]

ik die penningen vorderen kan. Iemand op de vingeren zien, zijne handelingen naauwkeurig gadeslaan. Iemand in het gezigt zien. Men kan niet alle menschen in het hart zien. Iemand in de kaart zien, fig., deszelfs geheime zaken opsporen. Iemand onder de oogen zien, fig., hem moedig tegentreden, hem te keer gaan. Iemand naar de oogen zien, op zijne wenken letten, hem in alles gehoorzamen. Naar iets zien; naar den hemel zien; ook fig., zien, of het geen schade lijde, of het wel verzorgd worde: naar het eten, naar eenen zieken zien. Zij begint reeds naar hare hielen te zien, of om te zien, fig., zij begint zich reeds beminnelijk voor te doen. Iemand, of iets, over het hoofd zien, fig., overslaan, geen acht daarop geven. Laten zien beteekent toonen, ten toon stellen, en zich laten zien te voorschijn komen, verschijnen: iets voor geld laten zien. Iemand zijne schatten laten zien. Laat eens zien. Hij zeide, dat zijne vrouw zich na haren dood had laten zien, verschenen was. Zich den ganschen dag niet laten zien, niet onder de menschen komen. Hij durft zich niet laten zien, zich niet vertoonen; fig.: als dat gebeurt, zal ik mij laten zien, mij daar tegen verzetten, mijn regt laten gelden. De gebiedende wijs zie wordt dikwerf gebezigd, zoo om zijne eigene verwondering uit te drukken, als die van anderen op te wekken: ik stond, en wachtte, en zie daar! hij kwam niet. Zie eens, hoe slecht gij daarin gehandeld hebt. Het deelw. ziende komt als bijw., en als bijv. naamw. voor: weder ziende worden, het gezigt weder bekomen. De blinden ziende maken. Bijbelv.

Wanneer zien een werkw. zonder dat bij zich heeft, dan staat dit werkw. zonder te in de onbepaalde wijs; eene woordvoeging, welke ook bij de werkwoorden durven, heeten, helpen, hooren, laten, kunnen, leeren, moeten, enz. plaats vindt. Ik zag hem komen. Een' man van kennis en smaak ziet men wel lagchen, maar men hoort hem zelden lagchen. Wij zagen haar lijden, weenen, de handen wringen. En in de zamengestelde tijden verliest zien dan ook het voorvoegsel ge: men heeft mij zien ronddwalen; niet gezien. Wij hebben hen eindelijk nog zien bedelen. Intusschen kan hier groote dubbelzinnigheid ontstaan, wanneer, namelijk, het andere werkw. zoo wel in eenen bedrijvenden, als

[pagina 369]
[p. 369]

lijdenden zin kan genomen worden; welke dubbelzinnigheid men liever, door eene omschrijving, moet trachten te vermijden; b.v.: ik zag hem slaan, ik heb hem zien doopen, liever, wanneer men de lijdende beteekenis bedoelt: ik zag, dat hij geslagen - ik heb gezien, dat hij gedoopt werd.

Figuurl., van verscheidene werkingen der ziel, welke door het gezigt veroorzaakt worden, en daarmede verbonden zijn. Onmiddelbaar gewaar worden, door de zinnen ervaren; doch het naast van de gewaarwording door het zintuig des gezigts. Men moet zien en niet zien. Ik zie wel, dat hij mij wil bedriegen. Zij moesten nog zien, dat men hen verachtte. Het gevaar voor oogen zien. Gij ziet, de koop is gesloten. Ik wil het einde der zaak zien. Hoe hartelijk wensch ik, u gelukkig te zien! Iets gaarne zien, vermaak en genoegen daarin vinden. Men ziet u niet gaarne hier; van hier: ergens zeer, weinig, niet gezien zijn. Ik wil toch zien, hoe die zaak zal afloopen. Wie roemrijk handelt, omdat hij niemand in verdienste boven zich verheven wil zien, die handelt uit de slechtste neiging, uit nijd, goed. Gellert. - Vervolgens, besluiten, oordeelen: hieruit zie ik, dat enz. Hij kan geen kwaad in zijne kinderen zien. Ik zie het aan uwe oogen. Men ziet het aan zijne kleeding, dat hij weinig smaak heeft. Ik zie maar al te wel, wat dit te beduiden heeft. Zoo ook beproeven, eene proef nemen: wij zullen zien, dat wij hem daartoe bewegen. Om te sien, of ick mijn gaeijing hier oock vinden sou. Breder. Zie, dat gij hem hier brengt. Ik wil zien, of ik nog eenige dagen uitstel kan krijgen. Wijders, vlijt, moeite, zorg aanwenden: wij moeten zien, dat wij geld krijgen. Hij mag zien, hoe hij teregt kome, hij mag daar voor zorgen. Inzonderheid, met het voorzetsel op: op iets zien, zorg dragen, het te bekomen, of te behouden. Op zijn eigen voordeel alleen zien. Wij moeten toch ook een weinig op het uiterlijke zien. Bij eene goede opvoeding moet voornamelijk daarop gezien worden, dat jonge lieden met smaak en gevoel leeren lezen. Van hier ziener, zigt, gezigt, gezien, ook voor geacht, zienlijk enz. Zamenstell.: aanzien, afzien, bezien, doorzien, inzien, nazien, opzien, overzien, uitzien, verzien, enz.

[pagina 370]
[p. 370]

Zien, hoogd. sehen, bij Isid., Kero sehan, Ulphil. saighan, eng. to see, angels. seon, zweed. se, ijsl. sia, in sommige gr. tongvallen σεαειν, ϑεαειν, hebr. שעח. De onzijdige beteekenis, uitzien, een zeker voorkomen hebben, is ongetwijfeld de oudste; en daar dit een werking des lichts is, zoo blijkt daaruit deszelfs verwantschap met schijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken