Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Zoon]

ZOON, z.n., m., des zoons, of van den zoon; meerv. zoons, zonen. Verkleinw. zoontje. Eigenlijk, een persoon van het mannelijke geslacht, in zoo ver dezelve zijn wezen, door middelbare mededeeling, van anderen, van vader en moeder, ontvangen heeft; even als dochter zulk een persoon van het vrouwlijke geslacht is: iemands zoon zijn. De jongste, de oudste zoon. Van een zoontje bevallen zijn. De eenigste, de eerstgeboren zoon. Een natuurlijke zoon. Een onechte zoon, buiten het huwelijk geteeld. In eene ruimere beteekenis, met betrekking tot de vroegste voorouders; eene in den bijbelstijl en den verhevenen spreektrant, alleen gebruikelijke beteekenis: Christus was de zoon van David. De zonen van Adam, alle van Adam afstammende menschen van het mannelijke geslacht. Ook een persoon van het mannelijke geslacht, tusschen wien en een' ander slechts eenige betrekking plaats heeft, zoo ten aanzien van onderhoud, opvoeding, onderwijs enz.: biechtzoon, stiefzoon, enz. Iemand ten zoon aannemen. Wijders; in den vertrouwelijken spreektrant, plegen oudere lieden, die genen, welke, naar de jaren, van hen zouden kunnen afstammen, met den naam van zoon, mijn zoon, toe te spreken. In den bijbelschen stijl, worden alle redelijke schepselen van het mannelijke geslacht, dewijl zij allen hun bestaan van God hebben, zonen Gods genoemd. In eene nog ruimere beteekenis is, naar eene oostersche figuur, in den Bijbel, een zoon een mannelijke persoon, wiens eigenlijke gesteldheid, door een bijgevoegd zelfstandig naamwoord uitgedrukt wordt: ende indien aldaer een sone des vredes is. Barnabas, 't welk is overgeset zijnde, een sone der vertroostinge. De sone des verderfs. Bijbelv. Zonen der vrijheid, anders vrijheidszonen! Van hier zoonschap, de eigenschap, de betrekking, waardoor iemand de

[pagina 412]
[p. 412]

zoon van een' ander is. Zamenstell.: zoonsdochter, zoonszoon, zoonsvrouw, schoondochter. - Behuwdzoon, broederszoon, hoerenzoon, kleinzoon, moederszoon, schoonzoon, stiefzoon, voorzoon, zusterszoon, enz.

Zoon, hoogd. sohn, bij Isidor. sunu, Ottfrid., Kero en anderen sun, neders. söne, Ulphil. sunus, angels. sune, slavon. sijn, ijsl. sonur.

Eer de eigenlijke geslachtsnamen gebezigd werden, en iedere persoon nog zijnen eigen naam voerde, was het zeer gebruikelijk, bij dezen naam dien des vaders te voegen, vereenigd met het woord zoon, en zich daardoor van anderen, die denzelfden naam droegen, te onderscheiden. Deze onder de Joden, Russen en Oosterlingen gebruikelijke gewoonte is zeer oud, en komt reeds bij de eerste volkeren der wereld voor. Zij vond weleer ook in het noordelijke gedeelte van Europa, tot in ons land, bijzonder in Vriesland, plaats. Jakob Andrieszoon, Kasper Dirkszoon, enz. Door den tijd werd dit zoon tot zen, of sen, son, en eindelijk tot s alleen verkort, en dit bij den naam des vaders gevoegd, welke naderhand, op deze wijze, geheel in een' geslachtnaam veranderd werd: Jakob Andriessen, of Andersen, voor Jakob Andrieszoon, waarvan de tegenwoordige geslachtnaam Anderson. Kasper Dirksen, ook Kasper Dirks, voor Kasper Dirkszoon. Joannes Jakobsen, voor Joannes Jakobszoon, geslachtnaam Jakobson. Gijsbert Japiks, voor Gijsbert Japikszoon, of Jakobszoon. En nog bij de Joden: Simon Nathans, Samuel Levij, anders Levijs, voor Levijszoon, geslachtnaam Levison. En op dezelfde wijze zijn de namen Klaaszoon, Maartenszoon, Pieterszoon, of Peterszoon, enz. tot de geslachtnamen Klaassen, Martens, of Mertens, Meertens, Petersen en Peters, overgegaan. Door eene wet van Keizer Napoleon, zijn de Joden verpligt, een' geslachtnaam aan te nemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken