Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Zweet]

ZWEET, z.n., o., des zweets, of van het zweet; het meerv. is niet in gebruik. Schertsende bezigt men ook het verkleinw. zweetje. In de ruimste beteekenis, elke zich droppelswijze vertoonende vochtigheid; b.v.: het zweet op de steenen, aan de muren, d.i. de warme dampen, welke zich aan de koude steenen en muren vasthechten. In eenen bepaalderen zin, de uitwaseming of damp des dierlijken ligchaams, welke zich als water op de huid vertoont: nat van het zweet zijn. Het zweet afdroogen. In het zweet geraken. Zich in het zweet werken. Het zweet brak hem uit. Het kou-

[pagina 446]
[p. 446]

de, of klamme zweet brak hem uit. Ik dreef in mijn zweet, ik zweette ongemeen sterk. In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten. Een zweet drijvend middel. Zich in het zweet loopen. Hij mag zijn zweet niet ruiken, hij heeft geen' lust tot arbeiden, is lui. Figuurlijk, is zweet ook vermoeijende arbeid: dat heeft zweet gekost. Daar zal een zweetje op zitten, in het gemeene leven, dat zal wat arbeid vorderen. Ik heb er een zweetje van gehaald, ik heb er zwaar aan gearbeid. Ook zegt men: het luije zweet zal hem uitbreken, voor: hoe ongaarn hij wil, zal hij toch moeten arbeiden. Wijders plegen de Jagers het bloed der dieren zweet te noemen. Van hier zweeterig. Zamenstell.: doodzweet, nachtzweet, enz. - zweetdoek, zweetgat, enz.

Zweet, hoogd. schweisz, neders. sweet, angels. swat, swaet, eng. sweat, zweed. svett, ijsl. sueit, pool. svad, wall. chwijs, lat. sudor, fr. sueur, gr. ἱδϱως. Men heeft voor lang reeds aangemerkt, dat het begrip van vochtigheid in dit woord het heerschende is, en dat het, door middel van de voorgevoegde z, tot water, hoogd. wasser, neders. water, angels. waeta, zweed. vätska, behoort; even als het gr. ἰδϱως, zweet, met ὑδωϱ, water, vermaagschapt is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken