Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg
Afbeelding van Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in LimburgToon afbeelding van titelpagina van Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (5.50 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg

(1982)–H. Welters–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Maart.

Het wordt lente! Welke blijde boodschap voor jong en oud, voor rijk en arm! De lente is in aantocht, maar hare blijde intrede gaat toch zoo gemakkelijk niet. Hier en daar liggen nog ijs en sneeuw. Huilende windvlagen blazen en razen de lente tegen, maar de zon is haar machtige bondgenoot: de vijandelijke macht moet het veld ruimen. De sneeuw verdwijnt allengs en

[pagina 34]
[p. 34]

de ijskorst smelt van lieverlede. De lente nadert! Het gras begint reeds liefelijk te groenen, de knoppen van het struikhout zwellen en barsten al meer en meer. Als wij goed zoeken, vinden wij, einde Maart, wel een viooltje tusschen het gras verscholen. Een enkele vlinder, een onversaagd en noest bijtje wagen zich naar buiten. De leeuwerik zingt in het onmeetbaar luchtzwerk. De kievit is terug en vergast ons met zijne smakelijke eieren, terwijl de vink beproeft of hij het oude deuntje nog kan kweelen. Ganzen en hoenders geven reeds volop paascheieren. De jonge herten leggen hunne horens af; de oudere krijgen nieuwe takken.

En de mensch? Reeds is het daglicht eenige uren langer geworden; op den 21. Maart juist twaalf uren. De landman bemest zijne akkers en maakt zijne gereedschappen in orde. De herder voert bij goed weder zijne kudde naar buiten en de tuinman heeft de handen vol met boomsnoeien en planten.

Maart (Martius), de eerste maand van het oud-Romeinsch jaar, verdankt zijnen naam aan den krijgsgod Mars, die als stamvader en stichter van Rome opgegeven en de vader van Romulus en Remus genoemd wordt.

Karel de Groote noemde hem ‘Lenzinmanoth’, lentemaand. Lenzin of Lenginzin beteekent ‘verlengen’, want op den 21. Maart worden de dagen reeds langer dan de nachten. De Franken vierden de aankomst der lente door het Maartveld (Champ de Mars). De Fransche republikeinen noemden Maart ‘Ventôse’ of windmaand, van den 19. Febr. tot den 20. Maart, wegens de Maartsche buien.

Boerenspreekwoorden en regels: In Maart wordt de akker in gereedheid gebracht, vandaar het spreekwoord: ‘Maart houdt den ploeg bij den staart, maar April houdt hem weer stil’. In de maand Maart wordt de klaver gezaaid, de weilanden worden verzorgd, de molshoopen gebroken. In de moestuinen zaait men alle soorten van roode en witte kool, raapkool, spinazie, peterselie, kervel, porselein, kers, wortelen, pastinaken, selderij enz.; men plant aspersies, schalotten, knoflook; men verpoot de aardbeziën, dragon, zuring enz.; de zaaddragers voor alle koolsoorten, voor look-, raap- en wortelzaad worden uitgeplant; in de boomgaarden begint men te enten en te oculeeren; de boomen worden geplant, gezuiverd en gesnoeid. Sneeuw in Maart is schadelijk, vooral wanneer zij langzaam smelt, vandaar: ‘Maartsche sneeuw doet de vruchten

[pagina 35]
[p. 35]

wee’. Ook de schaapherders zien die sneeuw niet gaarne, want daar het wintervoeder reeds bijna op is, zoo is het hun wenschelijk dat de schapen welhaast in de weide kunnen gaan, derhalve: ‘Maartsche sneeuw doet ook de schapen wee’. Vóór Maart ziet men liever een wolf in het veld dan een schaap. Een ander spreekwoord dat op de borstlijders duidt: ‘Wien Januari of Februari niet wil, dien haalt zich Maart of April’. Vochtige Maart, den boeren smarten baart. Zooveel nevels in Maart, zooveel onweders in den zomer. 't Is in 't begin of wel in 't end, dat ons Maart zijn gaven zendt. Schreeuwt de koekoek veel in Maart, klapwiekt de ooievaar of trekt de wilde gans in 't land, 't geeft dan eene goede lente. Als de kikvorsch kwakt voor half Maart, dan gaat hem de bek weer dicht. Is Maart voor de lammeren een speelmaand, dan doet ze April weer stil zijn. Een natte Maart geeft veel lijnzaad. Maartsche regen brengt geen zegen. Wanneer de abrikoos bloeit, zijn dag en nacht even lang. De eerste Maart wordt door menigeen op het land voor den ergsten ongeluksdag van het geheele jaar gehouden: wie op dien dag ziek wordt, geneest nimmer. Een schoone St. Jozefs-dag (19.) geeft een goed jaar. Ook als Maria-Boodschap schoon en helder is vóór zonsopgang, komt er een vruchtbaar jaar. Die boonen wil eten, moet St. Job (s. Jozef) niet vergeten; dan zaaien. Dat het einde van Maart veelal niet pluis is, bewijst het spreekwoord: Maart roert zijn staart.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken