Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg
Afbeelding van Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in LimburgToon afbeelding van titelpagina van Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (5.50 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg

(1982)–H. Welters–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Juni.

Hoe verlangden wij naar den lieven Mei met zijne liederen en bloesems. Hij kwam - en ging voorbij. Zijne kransen zijn verwelkt en geen tranenvloed kan ze weder verfrisschen. Zoo vervliegt ook de Mei van ons leven. Maar de natuur bloeit en woekert voort. Waar Mei nog een plaatsje ledig liet, wordt het door Juni gesierd met blad, bloem of vrucht. De korenbloem wedijvert met het azuur des hemels. De papaver straalt als een vurige robijn tusschen de korenhalmen en het wiegelend vlasveld met zijne blauwe bloempjes gelijkt op de golvende baren van een meer.

Wanneer wij in flora's gebied rondschouwen, zullen wij dan de schoone roos, het juweel der bloemwaranden kunnen vergeten? Oog en reukorgaan kunnen zich niet genoeg aan haar verlustigen. Hoe heerlijk ontvouwt zij haar purperen gewaad, ompereld van den frisschen morgendauw. Hoe liefelijk verspreidt zij hare balsemgeuren, wanneer de zefier haren stengel zachtjes wiegelt. Neen, hare andere zusters kunnen het niet kwalijk nemen, dat wij de roos als vorstin van flora's kinderen begroeten!....

De schelmsche aardbezie verschuilt zich in het mostapijt, en de zoetsappige kers wenkt van den hoogen boom het kindervolk tot plukken en proeven.

[pagina 46]
[p. 46]

In het rijk der bijen is volop revolutie en barrikadengevecht; de jongere bevolking emigreert met de jeugdige koningin om een eigen rijk te stichten. De gansche insectenwereld begint te herleven; rupsen, kevers en torren van allerlei soort vertoonen zich soms op schrikbarende wijze; de vlinder fladdert van plant tot plant en legt zijne eieren, waaruit de verslindende rupsen te voorschijn komen.

De zeis woedt onder de grashalmen: het is hooioogst. Des Zondags doorwandelt de landman zijne welige landerijen en bidt: o Heer! bewaar ons voor hagelslag en oorlogsrampen.

De maand Juni wordt aldus genoemd ter herinnering aan den consul Lucius Junius Brutus. Karel de Groote noemde Juni ‘Brachmanoth’, van brahha, Angelsaksisch, breken of omploegen van het akkerland tot ontvangst van het winterzaad. De Fransche Republiek noemde hem ‘Prairial’ of Weide-maand, van den 20. Mei tot den 18. Juni. De Nederlandsche benaming is zomermaand, wijl in deze maand, namelijk den 21., de zomer een aanvang neemt; dan beginnen de dagen af te nemen, vandaar het spreekwoord: ‘Wanneer de nacht te lengen begint, de hitte dan ook zich het felst bevindt’.

Boerenspreekwoorden. Noordenwind in Juni waait het koorn in het land. Juni droog, meer dan nat, vult de schuur en ook het vat. Te veel en koude regens in Juni schaden wijn- en bijenstok. Regen in Juni brengt goede haver en slecht hooi. Regen van s. Jan neemt den wijn weg en geeft geen brood. Juni nat en koud bederft het geheele jaar. Wanneer de koekoek roept na s. Jan, dan komt er duurte. Vóór s. Jan, bidt om regen; na s. Jan komt hij ongelegen. Na s. Medardus komt geen vorst meer, die den druiven nadeelig is. Wat s. Medardus geeft voor weer, brengt hij ook in den oogsttijd weer. Schoon weder op 1. Juni, een gezegend jaar. Rijpe aardbeziën om Pinksteren, dan ook een gezegend wijnjaar. (15) Als het regent met s. Veith, dan regent het zes weken in eenen tijd. Als het in Juni veel dondert, komt overvloed van koorn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken