Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg
Afbeelding van Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in LimburgToon afbeelding van titelpagina van Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (5.50 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg

(1982)–H. Welters–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 104]
[p. 104]

K

Klinkt het niet dan botst het (om een beangstigde aan te moedigen).
Kwijtraken is geen kunst, zei de jongen, maar krijgen wel.
Kap en kogel verliezen (alles verliezen, kogel = bijenkap).
Keulen en Aken zijn niet op eenen dag gebouwd.
Kleine kinderen hebben groote ooren.
Kleine kinderen en groote gekken zeggen dikwerf de waarheid.
Kramer, breng uwe waar in het vervolg beter ter markt (in posterum cautius mercari).
Katoen geven (er op slaan).
Komt tijd, komt raad.
Kauwen met lange tanden (weinig eetlust).
Klotsen aan de beenen hebben (weduwe met vele kinderen).
Kort aan den weg gezeten hebben (vlek op een oog).
Klips (eklips), of klieën (van graan) in de tasch hebben (weinig of niets op zak).
Kort van adem zijn (id.)
Kleine ketels, of potten hebben groote ooren.
Komt hij er vandaag niet, dan komt hij er morgen (traag zijn).
Kleeren maken den man, die ze heeft trekt ze an.
Knap voor de viool, morsig in de keuken (coquette meisje).
Kleine broodjes bakken (sussen).
Kijven doet niet wee, en slaan duurt niet lang.
Kinderen met willen, krijgen voor de billen.
Kinderen moeten niet met oude lui in de rij zitten.
Kort en dik heeft geen schik.
Koopt (of spaart) in den tijd, dan hebt gij in den nood.
Krakende wagens gaan het langst mee, maar eindelijk breken ze toch.
Kruimels maken brood.
Kalfvleesch, halfvleesch.
Koster en pastoor moeten zich verdragen als spek en kool.
Komt de boer aan den Staat, dan weet hij van geen maat.
Kleine kinderen, klein leed; groote kinderen, groot leed.
Kwade beenen, goede wijven, moeten van de straten blijven.
Katten en wijven moeten thuis blijven, mannen en honden maken de ronde.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken