Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1 (1875)

Informatie terzijde

Titelpagina van Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1
Afbeelding van Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.09 MB)

Scans (15.65 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
legende-mythe-sage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1

(1875)–H. Welters–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Legende van den H. Maternus.

 
Gaat broeders, waar in killer oord
 
Aan Noorderhemelkant,
 
Een kouder zon slechts zelden gloort,
 
Geen maan den nacht verbant;
 
 
 
Waar eeuw'ge winter de aard versteent,
 
De grond een doodskleed draagt,
 
Natuur haar gaven vrek verleent,
 
En dier en vogel klaagt;
 
 
 
Waar in den schemer van het woud,
 
Aan d' oever van den vloed,
 
Een stammenheer zijn hutten bouwt,
 
En met zijn oogst zich voedt.
[pagina 56]
[p. 56]
 
Daar broeders, rijpt uw oogst thans mee,
 
De halm der zaligheid.
 
Ten tocht dan op! de sikkel ree!
 
En garven ingeleid!
 
 
 
Met twee gezellenGa naar voetnoot(1), kloek en vroom;
 
Tijgt Sint Maternus voort,
 
Met heil'gen moed en heil'gen schroom,
 
Op Petrus’ meesterwoord.
 
 
 
Geen stroom weerhoudt den matten voet,
 
Geen bergkruin 't kranke lijf,
 
Geen twijfelgeest sluipt in 't gemoed,
 
Of 't groote werk beklijv’.
 
 
 
En veertigmaal zonk 't zonnelicht,
 
En immer rasscher neer;
 
En duistrer werd het looverdicht,
 
En killer wind en weer.
 
 
 
En nader kwam het vergezicht,
 
Schoon nog geen aar ook zonk......
 
Daar daagde 't groote morgenlicht
 
Met vlekloos purpren lonk.
 
 
 
En voor den Vader van den oogst
 
Lag 't heilig drietal neer......
 
Maar twee slechts hieven zich getroost,
 
Maternus was niet meer!Ga naar voetnoot(2)
 
 
 
Daar week den blijvenden de moed,
 
Bij 't roerloos vaderlijk;
 
Met hem was 't bitterst lijden zoet,
 
't Onzaligst oord een wijk.
 
 
 
Met hem scheen de aarde hun te nauw,
 
De nacht een dageraad;
[pagina 57]
[p. 57]
 
Thans, zonder hem, is zonlicht schauwGa naar voetnoot(1),
 
En pogen zonder baat.
 
 
 
Zij bergen 't lijk in veilig oord,
 
En grijpen weer ten staf,
 
En spoeden uit het huiv'rig noord
 
En wenden zuidwaarts af.
 
 
 
Sint Petrus hoort de droeve maar;
 
En, met het oog omhoog,
 
Reikt hij zijn staf het pelgrimspaar,
 
Dat wachtend voor hem boog.
 
 
 
En weder ging de kruistocht aan,
 
Op 't hoog apostelwoord,
 
Door breeden vloed en ruwe baan
 
Naar pas verlaten oord.
 
 
 
Zij vragen de aard haar pand dan weer,
 
Dat nog geen wormsmet schond,
 
En vlijen 't hoopvol, biddend neer,
 
Op 't moskleed van den grond.
 
 
 
Zij leggen Petrus' wonderstafGa naar voetnoot(2)
 
Hem vroom, vertrouwvol op,
 
En de aangevochten buit van 't graf
 
Herneemt zijn harteklop......
 
 
 
Toen ging de groote zieltocht aan,
 
Die stam bij stam verwon;
 
En welhaast zonk de heidenwaan
 
Voor de Evangeliezon,
 
 
 
Waar nog in 't wijnrijk Moezelland,
 
Het oude Trier de kroon
 
Der omgelegen steden spant,
 
Als Duitschland's oudste zoon,
[pagina 58]
[p. 58]
 
Daar look, - het was de derde maal,
 
Maternus 't oogenlicht,
 
En toog zijn ziel ter hemelzaal
 
Voor nooit geschonden plicht.
 
 
 
Daar steeg hij weer, ten derden keer,
 
In 't grauwe rijk der doôn,
 
En gaf zijn ziel haar Maker weer,
 
't Was Naïms wonderzoon.Ga naar voetnoot(1)

F. B.

voetnoot(1)
De H H. Eucharins en Valerius.
voetnoot(2)
In den Elzas.
voetnoot(1)
Schaduw.
voetnoot(2)
Sedert dien dragen de Pausen te Rome geenen staf, maar wel te Trier, als zij daar de godsdienstoefeningen verrichten, b.v. Paus Eugenius III. in 1.140.
voetnoot(1)
De H. Maternus, de zoon dor weduwe van Naïm, zou alzoo volgens het volksverhaal tweemaal van den dood zijn opgestaan. Hij stierf eindelijk te Trier op eenen Zondag, onder de H. Mis, na het lezen van het Evangelie, dat op zijne eerste opstanding betrekking heeft. - Hij is kerkpatroon te Wijlre,

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken