Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Seraphinsche sinne-belden (1678)

Informatie terzijde

Titelpagina van Seraphinsche sinne-belden
Afbeelding van Seraphinsche sinne-beldenToon afbeelding van titelpagina van Seraphinsche sinne-belden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.49 MB)

ebook (6.32 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.F. Leonard



Genre

proza

Subgenre

heiligenleven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Seraphinsche sinne-belden

(1678)–Hendrik Frans van den Werve–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

§. III.

Ghelyck een blinckende Sonne, alsoo heeft hy klaer gheschenen in den Tempel Godts.
Eccles. 50. c. v. 7.

IOsephus l. 12. Antiq. c. 2. Den oppersten Priester Onias ghestorven zynde, is hem ghevolght synen Sone Simon, ghenoemt den Rechtveerdighen, om dat hy Godt wel dienden, ende de Borghers beminden, &c. Van desen oppersten Priester Simon, seydt Godt den H. Gheest, naer dat hy hem vergheleken heeft by eene Morghen-sterre, en eene volle Mane, dat hy is ghelyck een blinckende Sonne; Naer dat ick bevonden hebbe dat onsen Liborius is met recht ghenoemt gheweest eene Morghen-sterre, eene volle Mane van alder-leye Deughden, soo vinde ick in syn Leven, dat hy oock ver-eert

[pagina t.o. 36]
[p. t.o. 36]


illustratie
Gelijck een blinckende Sonne, also heeft hij daer gescenen in den Tempel Goods Eccles. c. 50. v. 7.
J.F. Leonart fec.


[pagina 37]
[p. 37]

magh worden met desen titel van eene klaer-blinckende Sonne, want alsoo het ghebeurt is, dat den oppersten Priester den Bisschop van Mans in Vranckryck nu overleden was, met name Pavacius, soo is onsen rechtveerdighen Liborius hem ghevolght, om dat hy Godt wel dienden, ende de Borghers beminden: want alsoo den luyster van syne volmaecktheydt niet langher en koste verborgen blyven, maer uyt-bortelende was van alle kanten, ende syne stralen schietende als eene blinckende Sonne op den middagh, soo zyn alle de ooghen ende voysen ghevallen op Liborius, om te succederen, en Bisschop te wesen. Met recht eene Sonne, want van soodanighe personagien als Liborius was, seydt de Schrifture: Iudicum 5. c. v. 31. Alle die u lief-hebben, Heere, moeten blincken als de Sonne in haren opgangh schynt, ende niet wonder: want, Eccles. c. 17.v. 16. Alle hunne wercken zyn als de Sonne voor het aenschyn van

[pagina 38]
[p. 38]

den Heere: hunnen wegh is als een blinckende licht, Prov. 4. c. v. 18. Maer laet ons nu eenen sien in Liborio, hoe dat den H. Man blyft in syn wysheyt, als eene Sonne: de stralen van Liborius zyn menighvuldigh gheweest, om aen te locken de ghemoederen van de Ghemeynte, want voor-eerst, soo was seer uyt-nemende de wel-sprekentheydt van syne tonghe om syn Volck te leeren, ten anderen, om syn Leeringhe met eyghen exempelen te bevestighen, was hy seer stichtbaer, ende gheschickt van leven: daer-en-boven syne schoone verdiensten om voor syn Ghemeynte te bidden ende verhoort te worden, waren menighvuldigh: 't is wel waer de doodt van den H. Pavacius (synen Feest-dagh wordt ghehouden den 24. Iulii) hadde met eene groote droefheyt de ghemoederen van de goede Ghemeynte vervult (ghelyck het betaemde, maer als-wanneer sy bemerckten die besondere volmaecktheydt,

[pagina 39]
[p. 39]

dat uyt-nemende licht van onse Sonne Liborius, den welcken aen niemandt van de Priesters Godts in 't point van devotie en moeste wycken, zyn grootelycks vertroost ende verheught geweest: sy lieten hun voor-staen dat sy door desen keus verkreghen hadden het geluck van de Kinderen van Israël, de welcke als sy eertyts den Propheet Elias nu quyt gheworden waren, terstont ontfanghen hebben den H. Propheet Eliseus begaeft met den dobbelen geest van Elias: sy bevonden dat sy met recht moghten segghen, het gene naer de doodt van den oppersten Priester Onias, ende in de successie gheseydt is van den rechtveerdighen Simon, dat Liborius was als eene blinckende Sonne, sy wisten voor-seker dat de deughden van Pavacius in onsen Liborio niet ontbreken en soude, als de daedt bevestight heeft: Ontfanghen dan hebbende, als den Eerw. Pater Bollandus verhaelt Fol. 17. het Priesterdom, soo en is in hem niet vermindert den iver

[pagina 40]
[p. 40]

tot de deught, maer hoe hy hoogher is ghestelt, hoe hy meerder heeft uyt-geschenen, ende heeft sich terstondt inghebeldt de woorden van den Apostel, als aen hem gheseydt, die van tevoren aen den jonghen Bisschop Timotheo waren gheschreven: 2. Tim. 4. v. 2. alwaer dat staet: Preeckt het Woordt, weest daer neerstigh in, 't sy oft ghelegen is ofte niet: soo dat men den H. Paulus tot de Corinthianen c. I. v. 17. hy moght seggen: Christus en heeft my niet ghesonden om te Doopen, maer om te Predicken het heyligh Evangelium, waer-om soo heeft met eenen soo grooten iever gepredickt het Woort Godts, dat-men magh segghen de woorden van Isaïas II. c. v. 9. De aerde is verciert door de wetenschappen des Heere, verkondight door Liborium: Ende dat meer is, op dat hy by avonture de andere predickende, als Paulus leert, selfs niet en soude verworpen worden, soo heeft hy metter-daedt volbroght het gene hy met de woor-

[pagina 45]
[p. 45]

van de Sterren, als oock van de Mane, soo heeft Liborius oock uyt-gheschenen onder de andere lichten van synen tydt, ghelyck de Historie van syn Leven verhaelt: ende aen-ghemerckt dat wy die groote Overigheydt ende uyt-nemenden glans van dese onse Sonne ghesien hebben als hy nu eerst den Myter ende Staf begonst te voeren in 't onder-wysen van syne Onder-saten, laet ons nu eens sien met wat schoone koleuren dat hy in andere saken de deught heeft uyt-ghebelt in de ghedaente ende Sinne-beldt van eenen aen-ghenaemen Reghen-boogh.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken