Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Haerlemsche Duyn-Vreucht (1636)

Informatie terzijde

Titelpagina van Haerlemsche Duyn-Vreucht
Afbeelding van Haerlemsche Duyn-VreuchtToon afbeelding van titelpagina van Haerlemsche Duyn-Vreucht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Haerlemsche Duyn-Vreucht

(1636)–C.P. van Wesbusch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

in-hebbende: veel nieuwe, stichtelijke en vermaeckelijcke, amoureuse liedekens ende gedichten; soo op versierde, als waerachtige geschiedenissen gemaeckt


Vorige Volgende

Helenaes lijck-klacht, over de doot van haren minnaer, Frederick, ghedaen op de serck zijns grafs.

 
TReedt met geswint voorby, gy Christelijcke zielen
 
maer wilt op desen Steen ootmoedig neder kniele
 
En parssen uyt 't gesicht, 't bewijs van rou en smart,
 
Ter eeren desen Heldt, die zijn verliefde Hart
 
met 't alderwreetste stael, wes-moedig heeft doorsteecke
 
Als hy zijn Lief niet meer (in vryicheyt) mocht spreecke.
 
 
 
Mijn tranen stijgen op, en barsten uyt 't gesicht,
 
En bick'len op 't Albast, daer 't Lichaem onder licht,
 
Van mynen Bruydegom, heel ziel-loos en wanschapen
 
Die voor sijn rechte tijt onreed'lijk is ontslapen,
 
Alleen, alleen door Liefd'! en liefdens streng belet,
 
't Welck 't Lichaem heeft onteert, en zyne Ziel besmet.
 
Waerom, onrijpe doot, quaemt gy hem dus bespringen?
 
Waerom, ick niet met een, op dat wy t'samen gingen?
 
Waer toe my lang gespaert, gelaten in den Rou?
 
Waer toe ick sonder Man, en hy oock sonder Vrou?
[pagina 18]
[p. 18]
 
En waren wy niet t'saem in eenen bant gheslooten?
 
En hadden wy niet beyd liefs Hant en mont genooten?
 
Och ja, gewis'lijck ja! den Hemel is ghetuygh,
 
En Gode, in wiens Naem ick my hier neder buygh.
 
Wel aen: ist Godes wil, geen mensch en sal ons scheyden
 
Maer mijn bedroefde ziel sal zyne ziel gheleyden.
 
Verwacht my dan mijn Lief, verwacht my in u Rijck,
 
Mijn Romp (al eer ick sterf) is dyne Romp gelijck:
 
Mijn ziel, die niet en rust, verveelt dit eynd'loos klagen,
 
En soekt u lieve ziel op 't spoedichtst nae te jaghen;
 
Doch eer ick my bereyd', en Atrops gae te moet:
 
Ley ick rontsom u Graf een bracke Tranen-vloet,
 
Om, swemmende daer in, te singen met de Swanen,
 
Die droevich haren wegh nae 't seecker sterven banen.
 
Hier me dan flaeuwe tong, queelt een-mael tot besluyt
 
By dit beslooten Graff, mijn leste Suchjes uyt,


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken