Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een inleiding tot de moderne muziek (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een inleiding tot de moderne muziek
Afbeelding van Een inleiding tot de moderne muziekToon afbeelding van titelpagina van Een inleiding tot de moderne muziek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

ebook (3.32 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een inleiding tot de moderne muziek

(1921)–Constant van Wessem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 15]
[p. 15]

Onze verhouding tot de moderne muziek

De moeielijkheden, welke het publiek heeft ontmoet bij het vinden van de juiste aanknoopingspunten, waardoor een tot het ‘hart’ der moderne compositie doordringen mogelijk gemaakt wordt, dienen thans ter sprake gebracht. Wij merken dan het volgende op:

Men luistert wel, maar begrijpt niet: men verstaat niet. Nu is muziek, waarvan ons den zin ontgaat, een doelloos iets. En talloozen zullen zich verveeld hebben, die wellicht door een enkele toelichting hun ‘luister-houding’ hadden kunnen vinden.

Om een moderne compositie te kunnen ‘hooren’ moet men zich eerst op de juiste manier tot die compositie ‘verhouden’. D.w.z. moet men zich met het moderne muziekbegrip eenigszins vertrouwd gemaakt hebben.

Is men gewend bepaalde ontwikkelingen te volgen, een muziekstuk zich aan bepaalde vormen te zien houden, en ons vertrouwd geworden modulaties te herkennen, dan zal een muziekstuk, dat zich in ons onbekende vormen uitdrukt en ongewende modulaties laat hooren, beginnen met ons te verbazen of te verontrusten, ons in ieder geval een gevoel geven van ‘vreemd’ te zijn. Conservatieve naturen zullen zelfs weigeren er verdere aandacht aan te schenken, zich beroepende op een vermoeden, dat deze muziek, die het vroegere niet meer goed genoeg schijnt te vinden, ingegeven is door de verklaarbare lust des menschen naar verandering en variatie. Zij zou dan met behulp van uitgedachte z.g. moderne principes eens willen beproeven hoever men gaan kan, en waar men terecht komt. Een zuiver experiment dus.

Doch dit wantrouwen heeft al het nieuwe gewekt; en wij mogen er ons al evenmin op verlaten, waar dit wantrouwen vroeger zoo vaak reeds ongerechtigd is gebleken. Moeten wij dan in alle nieuwigheden gelooven? In ieder geval moeten wij nimmer beginnen met een afwerende houding aan te nemen wanneer

[pagina 16]
[p. 16]

wij niet begrijpen. Want alleen door een begrijpen zal men zich een oordeel kunnen vormen.

Zoo ook bij de moderne compositie.

Ge verstaat den modernen vorm dier compositie niet, zegt ge.

Ge verstaat hem niet omdat hij niet is een vorm, zooals u die vertrouwd is bij een muziekstuk, die u een ontwikkeling laat zien b.v. van een thema, een tegen-thema, een doorwerking, een herhaling, een coda. Gij kunt geen melodie volgen, die later weer terugkeert, geen stemvoering die duidelijk hoorbaar de thema's ‘verwerkt’. Geen van die interessante methoden, die wij fuga, canon, enz. hebben genoemd, en die dienen om de muziek steeds en overal goed als een systeem van geijkte vormen te blijven herkennen. Gij zijt er ten slotte zoo aan gewend dat ge zelf niet meer merkt dat uw geheele muziek-oordeel zich hiervan heeft afhankelijk gesteld.

Maar het was toch waarlijk geen anarchie of overmoed, die de modernen er toe leidde, om, na de vormen, die voor de vroegere componisten pasklaar waren, ondoelmatig te hebben bevonden, zelf hun ‘waarheden’ te gaan onderzoeken. Bovendien zult ge na eenige toelichting wel bemerken, dat er een zeer logische wording achter de ‘onverstaanbare’ vormen schuilt, een controleerbare ontwikkeling, welke in de muziek zelf uitkomt.

Er is ook geen andere mogelijkheid. Ook de moderne componist gehoorzaamt aan die algemeene ontwikkeling, welke de geheele cultuur van de menschheid beheerscht. En evengoed als hij in de aard van zijn muzikale intelligentie het product-zijn van zulk een algemeen-menschelijke ontwikkeling verraadt, verraadt zijn kunst haar herkomst uit een ontwikkeling der muziek, die de geheele scala der ‘vondsten’ van vroeger heeft doorloopen, die in een voortgang van uit de primitieve staat door de Renaissance en over mannen als Beethoven heen, is gevoerd. Bovendien ervoer het oor van den modernen musicus, hetzij door associatie, hetzij door studie, dat geheele vroegere stadium der muziek. Welk bestanddeel in de kunst der modernen niet voorbijgezien mag worden, wanneer wij

[pagina 17]
[p. 17]

onze aandacht aan de organisatie der klankenbeelden gaan wijden.

Wat u het naderkomen eener moderne compositie bemoeilijkte is inderdaad: het niet vinden van den samenhang die er bestaat tusschen het evolutie-wezen, waarvan deze compositie een uiting is en haar afwijken, wat betreft de organisatie, van de vroegere organisatie-methoden der componisten, waarmede gij vertrouwd zijt geworden. Haar ‘ontwikkeling’ geschiedt anders, de vorming van haar klankenbeelden geschiedt anders. Doch niet essentieel anders, niet zonder samenhang met een vroegere ‘ontwikkeling’, een vroegere vorming der klankenbeelden. Aangezien een kunstdaad haar principe in de menschheid zelf heeft en er haar innerlijke voorwaarden voor een kunst-leven vindt, kan zij niet de contacten der verstaanbaarheid met de menschelijke samenleving verliezen, wil zij haar wezen kenbaar kunnen maken. Hier gelden vaste wetten, die het oer-type eener compositie in stand houden, en die overal terug te vinden zijn. Alle vrijheden, hoe los van eenigen band ook, schijnbaar, zullen slechts variaties kunnen blijven van dezen oer-vorm, die ontstaan is in overeenstemming met wat een compositie zoekt uit te drukken.

Daarom zal thans onze taak zijn het wezen van een muziekstuk door een kleine psychologische uiteenzetting begrijpelijk te maken, om daaruit de methoden der moderne componisten te kunnen afleiden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken