Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gesprekken met Walschap. Tweede deel: Van Soo Moereman tot Het Avondmaal (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gesprekken met Walschap. Tweede deel: Van Soo Moereman tot Het Avondmaal
Afbeelding van Gesprekken met Walschap. Tweede deel: Van Soo Moereman tot Het AvondmaalToon afbeelding van titelpagina van Gesprekken met Walschap. Tweede deel: Van Soo Moereman tot Het Avondmaal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.37 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/interview(s)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gesprekken met Walschap. Tweede deel: Van Soo Moereman tot Het Avondmaal

(1970)–Albert Westerlinck–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 30]
[p. 30]

4 - De Consul (1943)

De Consul (1943) is een van uw kortste verhalen, waarin u een overvloedige massa gebeurtenissen in een overrompelend tempo hebt gecondenseerd.

 

De Consul is een experiment. Het cynisme van het personage en zijn gedrag eisten een korte, koude mededeling, waarvan ik een impressionant voorbeeld had gevonden in De achtervolger door L. Golding. Ik wist dat de condensatie het grote gevaar was voor mijn novelle en toch trachtte ik ze zover mogelijk door te drijven.

 

*

 

Ik mis er diepere spanning in.

 

Het experiment is mislukt maar het heeft mij veel geleerd.

 

*

 

De hoofdfiguur maakt een sprong van het ene extreem naar het andere, zoals wel meer in uw romans gebeurt. Zijn eerste fase is er een van een jongen ‘die jarenlang in een donker kot ineengekropen (heeft) gezeten’ eenzaam, gefrustreerd, streng bewaakt, vol schuldgevoelens. In een tweede fase voelt hij zich ‘bedrogen door zijn opvoeding’ en tuimelt hij plots in het andere extreem: eindeloze genotsdroom, wetteloze vrijheid, bandeloos leven, zover zelfs dat hij ertoe bereid zou zijn z'n eigen kind te vermoorden om volstrekt vrij te leven. Zijn prille schuldgevoelens wil hij ontlopen - wat erin bestaat ‘niet meer te weten wat ik vroeger wist’ - om een onaantastbaar amoralist, een ‘soort Uebermensch’ te worden, dus verwant met Henrike, Houtekiet, etc. Herkent u in deze extreme tendensen van uw verbeelding iets van uzelf?

 

U kent mijn hang naar gedemesureerdheid waarover ik hier reeds

[pagina 31]
[p. 31]

meermaals heb gesproken, maar ik moet ook mijn zekerheid te kennen geven dat de gematigde mens, die ik wel eens doe schrikken, gedemesureerder is dan hij durft toegeven. Als ik in deze gesprekken beken op het inavouabele af, is het in de zekerheid dat ik volkomen normale dingen toegeef en dat het verbreken van de openbare schijnheiligheid meer oprechte onderlinge achting en genegenheid zal mogelijk maken. De extremen waar het in De Consul om gaat, zijn, naar mijn mening, elk gerangeerd mens bekend. Het uitzonderlijke is slechts dat de consul ze omzet in de praktijk en ook dat is niet eens zo zeldzaam als men de krant leest.

 

*

 

U hebt volkomen gelijk. Laat mij toe bij deze gelegenheid te zeggen dat ik de grootste bewondering en eerbied heb voor de eerlijkheid waarmede u mij zonder enig voorbehoud tegemoet komt. Ik voeg er ook dadelijk aan toe dat ik de menselijke inhoud van uw werk geen ogenblik als iets uitzonderlijks heb beschouwd. U geeft op eigen persoonlijke wijze uitdrukking aan impulsen en spanningen en tendensen die in de mensheid leven. Wie dat niet kan of wil inzien, moet dit boek maar niet lezen, hij is een ignoramus, een hypocriet of een nijdas.

 

Akkoord. Het is overbodig dat u me dat zegt, maar het kan nuttig zijn voor een bepaald soort lezers.

 

*

 

In de rusteloze zwerfdynamiek van de consul, het weg-moetenthuis en de vlucht naar de verte, herkent u waarschijnlijk het Nonkel Dolf-type dat in vele varianten opduikt en dat u in uw jeugd hebt ontmoet?

 

Nonkel Dolf is slechts één enkele gestalte van een bepaald menstype, een denkwijze, een verhaalstructuur die mij eigen is en waaraan mijn werk wel vanop verre afstand zal te kennen zijn,

[pagina 32]
[p. 32]

zoals het gele ras aan zijn ogen, het zwarte aan zijn lippen en verwanten aan een gemeenschappelijke wijze van lachen. Het geluk ligt elders, de waarheid moet gezocht worden, de mens moet uit zichzelf groeien, vrij worden en overwinnen, dat is mijn schering en inslag.

 

*

 

De vaststelling dat een genotsleven zonder dieper bewustzijn geen vrede brengt (‘wellust laat onvoldaan, mij toch’) komt bij velen onder uw figuren voor. Waarschijnlijk beantwoordt ze aan uw eigen beleving?

 

‘Post coïtum omne animal triste’ is slechts de aanduiding van een bijkomstige onvolkomenheid van het ‘genotsleven’. Veel erger is dat de unie, die er telkenmale door beloofd wordt, vrijwel nooit tot stand komt. Zelden werkt ze zuiver zinnelijk gelijktijdig, nooit gaat de gemoedsversmelting daarmee simultaan door. Vooral de Franse literatuur heeft onze voorstelling van het seksuele leven verliteratuurd. De onvolkomenheid van het genot sluit natuurlijk geen geluksbliksems uit. Misschien zelfs is zij het die steeds met hoge verwachting doet herbeginnen!

 

*

 

Er zijn heel wat trekjes in De Consul die we in uw andere werken terugvinden, maar waarover ik niet meer uitweid, bijvoorbeeld de eenzaamheid van uw held en zijn zorgvuldig bewaard ‘geheim’, zijn intens schuldgevoel, zijn af en toe verpletterende misantropie en levensafkeer, enz. Maar op één motief wil ik even ingaan, dat van de ‘verloren zoon’. Vooral sinds u het geloof hebt afgewezen, treedt het sterk naar voren. U hebt zelf in dat verband van uw ‘nestgevoel’ gesproken, de alles overheersende drang naar geborgenheid in eigen milieu. Ook bij de consul komt dit voor. Zoals Houtekiet, die kampioen van de absolute vrijheid, tenslotte kerkelijk huwt en zich inschakelt in een christelijk dorp, zo conformeert de consul zich tenslotte met zijn omgeving. Ik vraag

[pagina 33]
[p. 33]

me af of de creatie van epische situaties en karakterfasen waarin de absolute vrijheid wordt uitgevierd (Het Kind, Houtekiet, De Consul e.a.), bij u niet beantwoordt aan een imaginatieve behoefte om u los te dromen van bindingen die u in uw leven onontwijkbaar weet en steeds hebt geweten.

 

Dat is zeer juist gezien. Mijn ‘nestgevoel’, dat wil zeggen verantwoordelijkheidsgevoel voor en gehechtheid aan de mijnen, hielden mij in een burgerlijk gareel. Maar dit moet ik relativeren met mijn ontdekking dat wij onze ware drijfveren niet kennen. Ik heb tot mijn dertigste jaar gemeend dat mijn katholieke overtuiging mijn gedrag bepaalde en daarna met verstomming geconstateerd dat daar niets aan veranderde toen ik als atheïst een boef moest worden. Die schandelijke wereldbeschouwing gaf mij zelfs een fijner geweten. En dit is wel te verstaan geen louter subjectieve, maar een vrij algemene ervaring. Wat daar ook van zij, of het ‘nestgevoel’ dan wel iets anders mij aan banden heeft gelegd, ik heb er altijd het nestgevoel voor aangezien.

 

*

 

Geloof of ongeloof veranderen niets aan de psychische structuur, karakter en aanleg van een mens; daarover zijn wij het na zovele gesprekken wel eens. Waarschijnlijk ligt de diepste wortel van uw ‘nestgevoel’, gelovig of ongelovig, in uw nood aan veilige en warme geborgenheid sinds uw eenzame, gefrustreerde kindertijd. Eenzame, angstige mensen hebben dat het meest.

 

Ik vermoed het.

 

*

 

Ik denk zelfs dat in uw werk het motief van terugkeer naar het ‘nest’ juist zo bijzonder intens is, omdat het grotendeels uw wens blijft, en niets méér, en u in uw kindertijd slechts de illusie van geborgenheid hebt gekend.

 

Dat is goed mogelijk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Gesprekken met Walschap. Eerste deel: Van Waldo tot Houtekiet

  • Gesprekken met Walschap (2 delen)


auteurs

  • over Gerard Walschap


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De consul