Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zeedelycke en natuurlycke gezangen (1716)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zeedelycke en natuurlycke gezangen
Afbeelding van Zeedelycke en natuurlycke gezangenToon afbeelding van titelpagina van Zeedelycke en natuurlycke gezangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.11 MB)

Scans (13.84 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zeedelycke en natuurlycke gezangen

(1716)–Jan van Westerhoven–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina XIV]
[p. XIV]

Uytleggingh der voor-prent.

 
De liefelijcke Zon beschijnt de halve Aarde;
 
Waar door Gods Schepselen sig selven openbaarden
 
Aan al de geen, die by hun vinden hun vermaack,
 
Met daar van in haar glans te houden saamenspraack.
 
Het Vee dat is verheught in haare held're straalen,
 
Op heuvels, in het wout, valeyen, velden, daalen.
 
De Vissen in de vloet die springen op door vreught,
 
Terwijl hun daar vermaackt de frisse jonge Jeught.
 
Hoort! hoe mijn Zangeres met opgeheeve oogen
 
Uytgalmen wil, van 't geen sy star-oogt in het hooge;
 
Sy Godes wercken siet in 't ziel-verquick'lijck groen;
 
Waar van sy tot sijn lof het selfde oock wil doen.
 
Siet! Aandaght luystert stil na alle haar gezangen.
 
Sy Natuur-kunde by hun hebben meê ontfangen.
 
Sy met de Zeedigheyt uytgalmen sijne lof,
 
En meer goê saacken, in het algemeen groen Hof;
 
De Nimphjes en Galants met hun die lof oock singen,
 
Terwijl de Voogels by hun fluyten ende springen;
 
Waar over dat de Deught haar meede soo verheught,
 
Dat sy opsweeven gaat na Gods volmaackte vreught.
 
(Terwijl een Engel daalt, om haar om hoogh te haalen.)
 
Sy sien het ver Verschiet met volle luyster praalen;
 
Waar van sy galmen uyt, dat 't eeuwigh Vaderlant
 
Veel schoonder praalen sal als hunne groene stant;
 
En dat hun lieflijkheyt ons trekt na 't geen is schoonder;
 
Ja! dat de Heere Godt sal weesen Deughts Beloonder,
 
Als 's weerelts schoon eens sal door vuur en vlam vergaan,
 
Met d'Aarde, Zee, en Wint, Lught, Sterren, Zon, en Maan.
 
 
 
Jan van Westerhooven.
[pagina t.o. XIV]
[p. t.o. XIV]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken