Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Greep naar de macht (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Greep naar de macht
Afbeelding van Greep naar de machtToon afbeelding van titelpagina van Greep naar de macht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.22 MB)

XML (3.21 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/Tweede Wereldoorlog
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Greep naar de macht

(1994)–Bruno De Wever–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945


Vorige Volgende

2.9 Besluit

Vrijwel onmiddellijk na de oorlog werd uit de Frontbeweging een politieke partij geboren. Het klimaat waarin de Frontpartij ontstond, werd bepaald door uiteenlopende factoren. Enerzijds verwekte de afloop van de oorlog een Belgisch-nationalistisch triomfalisme waardoor de Vlaamse Beweging in het defensief werd gedrongen. Anderzijds leefde een aantal Fronters nog sterk onder de invloed van de geradicaliseerde Frontbeweging. Tegelijk was er een gevoel van solidariteit ontstaan tussen vlaamsgezinde katholieken en Vlaams-nationalisten. Het kon evenwel niet verhinderen dat de Frontpartij in 1919 met eigen lijsten aan de

[pagina 89]
[p. 89]

verkiezingen deelnam. De verkiezingen waren niet bepaald succesvol voor het jonge politieke Vlaams-nationalisme. Belangrijker was dat de Frontpartij een plaats op de politieke markt had weten te veroveren.

Het belangrijkste handelsmerk van de nieuwe partij was het antibelgicisme. Ze onderging daarbij de invloed van de activisten. Gebroken carrières, gevangenisstraffen, boetes, ressentiment en politieke ballingschap versterkten het anti-Belgisch radicalisme. Via de Frontpartij kregen de oud-activisten de gelegenheid door te dringen tot op de politieke markt. Sommigen waren al zo geradicaliseerd dat ze de gangbare spelregels niet meer accepteerden. Ze vormden semi-clandestiene groepen die autoritaire, antiparlementaire en antidemocratische concepten aankleefden. Ze probeerden de leiding van de Frontpartij over te nemen en toen dat mislukte, oefenden ze vanuit de kantlijn invloed uit via het gedrukte woord. Het weekblad Vlaanderen was er de belangrijkste exponent van.

Het is buiten kijf dat de geradicaliseerde groepen en bladen steun ontvingen vanuit het buitenland. Steun werd zeker verleend door de Grootnederlandse kringen in Nederland en door ‘revanchisten’ uit Duitsland. Het belang van de internationale steun mag niet worden overdreven. Het is verleidelijk de koppeling Flamenpolitik, Grootneerlandisme en antibelgicisme te zien als de gangmaker van een politiek proces. Toch moet de klemtoon worden gelegd op de autonome ontwikkeling van het Vlaams-nationalisme. Precies die ontwikkeling zou in de toekomst de buitenlandse steun opnieuw aan belang doen winnen.

De parlementsverkiezingen van 1921 en 1925 en de gemeenteraadsverkiezingen van 1921 en 1926 waren voor het politieke Vlaams-nationalisme eerder ontgoochelend. In 1919 behaalde de Frontpartij 50.000 stemmen en vier verkozenen met lijsten in twee provincies, in 1925 werden 80.000 stemmen en zes verkozenen behaald met lijsten over heel Vlaanderen.

Belangrijker dan de niet zo schitterende verkiezingsuitslagen was dat het partijpolitieke Vlaams-nationalisme nu continuïteit kreeg. Er ontwikkelden zich regionale groepen die al snel evolueerden tot vrijwel autonome partijen. Er bestonden nauwelijks overkoepelende structuren en al spoedig was er geen nationale partijpers meer.

Van 1923 af werd deze regionale ontwikkeling officieel. De partij werd een federatie van autonome groepen die volledig hun eigen profiel konden uitbouwen. Het enige bindmiddel was het streven naar de federalisering van België.

Een aantal personen en regionale organisaties die tijdens de jaren twintig een belangrijke rol speelden op electoraal, organisatorisch of ideologisch gebied, kwamen al van in de eerste jaren na de oorlog naar voren: Staf De Clercq in het Pajottenland, de Aalsterse organisatie van daensisten en Vlaams-nationalisten, Emiel Butaye in Ieper die met de stemmen van Joris Van Severen in 1921 in de Kamer kwam. De jonge Van Severen kon zich zo profileren als het boegbeeld van de in 1925 opgerichte kvnv, Thomas Debacker in Turnhout met zijn in 1925 opgerichte kvv, Herman Vos in Antwerpen waar de Frontpartij een bolwerk kon uitbouwen.

Een knelpunt voor de vorming van een meer gecentraliseerde partij was het pluralistische standpunt waarop de Frontpartij was ontstaan. Het was niet houdbaar omdat sommige groepen een duidelijk levensbeschouwelijk profiel wensten. Tot vandaag blijft het beeld van een pluralistisch vooruitstrevend Vlaams-nationalisme in de jaren twintig behouden. In werkelijkheid was dé ideologie van hét Vlaams-nationalisme onbestaande. Er moet eerder worden gesproken van een ideologisch amalgaam waarin twee vleugels zich duidelijk aftekenden: enerzijds een conservatief-revolutionaire anti-Belgische vleugel met een groeiende afkeer van het parlementaire overlegmodel, anderzijds een vooruitstrevend-democratische vleugel die een federale hervorming van de Staat voorstond. Tussenin bewogen vele brugfiguren en waren er allerlei solidariteitsbanden die de twee vleugels bij elkaar hielden. De realiteit bood een verwarrende aanblik.

[pagina 90]
[p. 90]

Belangrijk voor de verdere ontwikkeling van het Vlaams-nationalisme was in 1925 de stichting van het Westvlaamse kvnv. Dit ‘Verbond’ - niet toevallig werd de naam ‘partij’ vermeden - vertoonde al een aantal kentekenen die men later zal terugvinden bij het vnv. Het kvnv streefde naar een nieuwe maatschappelijke orde op katholieke grondslag. De maatschappelijke uitsluiting van niet-katholieken paste in een ruimer denkkader dat andersdenkenden marginaliseerde. De ideologen van het kvnv kozen niet meer als uitgangspunt de bestaande samenleving in Vlaanderen, maar een ideële ‘Vlaamse gemeenschap’ die gevormd zou worden door opleiding en propaganda van het kvnv. Aan de verkiezingen werd deelgenomen uit propagandistische overwegingen. De leiders van het kvnv beslisten autonoom wat de katholieke Vlaamse gemeenschap kenmerkte, wat ‘het Vlaamse belang’ was, wie een ‘bewuste Vlaming was’ en wat goed was voor de ‘Vlaamse gemeenschap’. In de praktijk leidde dit tot verlammende ideologische discussies.

Het kvnv werd geleid door ‘hoofdman’ Joris Van Severen. Hij stond aan het hoofd van een oligarchisch geleide organisatie waarin democratische en autoritaire organisatievormen door elkaar liepen en die vooral werd gekenmerkt door het feit dat ze niet functioneerde.

Het kvnv wenste niet opgesloten te blijven binnen de Westvlaamse grenzen. Het wenste zich te verbreiden over heel Vlaanderen.

In 1928 werd het avnv gesticht. Het was, althans op papier, de vereniging van alle katholieke Vlaams-nationalistische organisaties. Model stond het kvnv. Nieuw was dat het avnv zich tot doel stelde de Grootnederlandse gemeenschap te herstellen. Het doordringen van de Grootnederlandse gedachte binnen het politieke Vlaams-nationalisme was een feit. De oorzaak moet gezocht worden in de groeiende impact van de Grootnederlandse groepen in de marge van het partijpolitieke Vlaams-nationalisme en in de vasthoudendheid van de radicale Westvlamingen van het kvnv. Het Grootnederlandse standpunt bleek geen echt struikelblok te zijn in de discussies die de stichting van het avnv voorafgingen. Essentieel was de discussie over het na te streven staatsmodel. Fascisme en parlementaire democratie werden afgewogen.

Ook het avnv heeft nooit echt gefunctioneerd. Het bleek een ijdele hoop om met een autoritair gestructureerde partij de organisatorische moeilijkheden te overwinnen die gepaard gingen met de vorming van een nationale partij. Belangrijk daarbij is dat verdedigers van de parlementaire democratie bereid bleken een autoritair partijmodel te accepteren. Dit is een essentieel gegeven in de voorgeschiedenis van het vnv. Sommige Vlaams-nationalistische leiders zagen in de autoritaire partij al het embryo van de autoritaire Staat. De meerderheid wenste dat (nog) niet te accepteren. Dáárover ging de ideologische discussie bij de leidende figuren van het Vlaams-nationalisme.

Het binnendringen van een autoritair partijmodel hing ook samen met de ontwikkeling van een kaderpartij naar een massapartij. Het avnv vertoonde op papier de kenmerken van een massapartij terwijl in de praktijk de regionale partijen voortleefden als kaderpartijen. Het handvol verkozenen had genoeg aan een losse samenwerking om zijn posities te handhaven. Het Vlaams-nationalisme zou eerst een serieuze verkiezingsoverwinning en vervolgens een verkiezingsnederlaag moeten doormaken opdat de politici en kandidaat-politici de noodzaak van een hechte partij zouden aanvoelen om hun posities te consolideren, te herwinnen of te veroveren.

In 1929 boekten de Vlaams-nationalisten een spectaculaire verkiezingsoverwinning. Het aantal nationale gekozenen was meer dan verdubbeld en er traden ook bijna veertig provinciale raadsleden aan. De verkiezingsoverwinning kwam op een moment dat de onderhandelingen over de vorming van een nationale partij compleet in het slop zaten. De reden voor de doorbraak moet dan ook buiten de partij(en) worden gezocht.

In de loop van de jaren twintig ontstond een Vlaams natiegevoel dat evenwel alleen maar leefde bij het katholieke kleinburgerlijk deel van de bevolking. Tegelijkertijd voltrok zich

[pagina 91]
[p. 91]

vooral bij katholieke jongeren, scholieren en studenten een radicaliseringsproces. Er ontstond een ‘nieuwe’ Vlaamse Beweging die zich door haar antibelgicisme onderscheidde van de ‘oude’ Vlaamse Beweging maar die er tegelijk door een keten van verwantschappen mee verbonden bleef. De haperende taalwetgeving, de moeizame en frustrerende strijd voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit, het amnestiedebat, het Belgische eeuwfeest... het waren zovele gelegenheden tot agitatie. Het radicaliseringsproces werd er volop doorgevoed.

Men constateert dat er in het onderzoek maar weinige aanzetten zijn tot een sociale analyse van dit proces. Er werd gesproken van een generatieverschijnsel, van het ontstaan van een Vlaamse subcultuur en van een Vlaamse subbourgeoisie. Het beeld is verwarrend en de complexe realiteit was dat ook. Een verschijnsel als de Antwerpse Frontpartij wordt er bijv. niet door verklaard. Herman Vos bouwde aan een pluralistische Vlaams-nationalistische partij. Vos lag mede aan de basis van een van de grootste propagandistische successen die het Vlaams-nationalisme ooit boekte: de verkiezing in december 1928 van de ter dood veroordeelde activist August Borms. Dat succes kon alleen worden bereikt door de steun van katholieken en socialisten in de metropool.

Herman Vos lag ook aan de basis van een verscheurend debat in de schoot van het Vlaams-nationalisme. Het leidde uiteindelijk tot de oprichting van het Verdinaso en van het vnv. De indiening van het wetsvoorstel tot herziening van de Belgische Grondwet, het ‘Federaal Statuut’, was in zijn essentie een poging om het Vlaams-nationalisme binnen de grenzen van het democratisch overlegmodel te houden. De storm van protest die in het Vlaams-nationalisme opstak tegen het initiatief van Vos was antidemocratisch en Grootnederlands van oorsprong. De mislukking van Vos toont aan dat hij tegen de stroom oproeide.

Het Grootneerlandisme en het autoritaire ideeëngoed braken in het begin van de jaren dertig algemeen door hij de Vlaams-nationalistische jongeren. De stichting van het Verdinaso is er een emanatie van. Joris Van Severen opteerde voor een onverholen fascistisch partij- en samenlevingsmodel. Die stap was te groot om werkelijk een schisma in het Vlaams-nationalisme te veroorzaken. Het Verdinaso bleef een relatief kleine groep die wel als katalysator fungeerde in het ideologische debat dat uiteindelijk het Vlaams-nationalisme op een ander spoor zou brengen.

In eerste instantie leidde de stichting van het Verdinaso tot een democratische reactie. De oprichting van de vnvp door Hendrik Elias was de laatste poging om een democratische Vlaams-nationalistische partij te stichten. Elias faalde.

Ter verklaring van de verrechtsing van het Vlaams-nationalisme wordt vaak gewezen op de invloed van een aantal ideologen die via het gedrukte woord hun ideeën verspreidden. Jong Dietsland wordt dan meestal genoemd met zijn auteurs zoals Cyriel Verschaeve, Odiel Spruytte en Victor Leemans. In feite hadden hun geschriften maar een uiterst beperkte verspreiding. Ze bereikten weliswaar een intellectuele elite die een relatief belangrijke rol speelde. Men constateert dat met uitzondering van de kvnv-bladen, de Vlaams-nationalistische partijpers in het begin van de jaren dertig de lijn volgde van Herman Vos en Hendrik Elias.

Veel meer dan de toch essentieel ideologische disputen in de schoot van het Vlaams-nationalisme was het de sociaal-economische toestand die tot een attitudeverandering bij de militanten leidde. Het snel verdwijnen van de ideologische weerstand tegen een nieuw partij- en samenlevingsmodel was een gevolg van de economische crisis. Er moet vooral worden gewezen op de dramatische proportie van de werkloosheid die in de eerste plaats de jongeren trof. In 1933 bereikte de werkloosheid een absoluut hoogtepunt.

In een periode waarin de economische crisis zich het scherpst liet gevoelen, waarin de sociale en ideologische polarisering hand over hand toenam, zorgde de verkiezingsnederlaag van 1932 voor een politieke malaise bij de Vlaams-nationalistische partijen. De roep om een sterke partij en een nieuw maatschappelijk project klonk hard.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken