Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Greep naar de macht (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Greep naar de macht
Afbeelding van Greep naar de machtToon afbeelding van titelpagina van Greep naar de macht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.22 MB)

XML (3.21 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/Tweede Wereldoorlog
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Greep naar de macht

(1994)–Bruno De Wever–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945


Vorige Volgende
[pagina 287]
[p. 287]

7.7 Besluit

Na de verkiezingen van 1936 onderging de leiding van het vnv een ingrijpende wijziging. Aan het hoofd van de partij stond voortaan een kleine Staf. Het waren mensen die in principe door de leider werden aangesteld. In de prakrijk waren het vertegenwoordigers van een belangrijk regionaal deel van de partij. Men had voortaan geen zitting meer uit hoofde van een bepaalde functie in het hoogste orgaan van de leiding. De macht van de leider nam erdoor toe. Ondanks dat moest De Clercq nog rekening houden met de zwaargewichten van zijn partij. Hij vermeed steeds een frontale botsing met hen. Het vnv werd nog in grote mate collectief geleid, wat niet verhinderde dat Staf De Clercq op beslissende momenten zijn wil doordrukte. De verkiezingsoverwinning deed het prestige van de vnv-leider toenemen. Naar de gewone militanten toe werd de leiderscultus versterkt. De relatie russen de leider en zijn volgelingen groeide gestaag.

Het vnv-programma onderging geen fundamentele wijzigingen. Een nieuwe programmatische tekst van begin 1937 bleef binnen de lijnen van de stichtingsproclamatie en De Dietse Volksstaat. Hendrik Elias, weer de anonieme auteur ervan, kon het streven van het vnv naar de ‘zelfregering’ voor Vlaanderen sterker op de voorgrond brengen, maar het Grootnederlandse ideaal bleef het te propageren ideaal. Maatschappelijk werden de noties ‘volkscontrole’, ‘vrij verkozen beraadslagend lichaam [...] op grondslag van een werkelijk vrij stemrecht uit te oefenen door de algeheelheid der politiek mondige bevoking’ gecombineerd met antidemocratische elementen zoals de aftakeling van het parlement, de afschaffing van de politieke partijen, het muilbanden van de vakbonden en het onmondig maken van de georganiseerde arbeidersbeweging. Odiel Spruytte die op ideologisch vlak een belangrijke rol bleef spelen, noemde het vnv-programma inconsistent. Men kon niet tegelijk pleiten voor de afschaffing van de partijen en voor een liberale idee als een verkozen volksraad. Spruytte pleitte voor een terugkeer naar de ‘middeleeuwse democratieën’.

Het vnv werd door de buitenwereld algemeen bekampt als een fascistische partij. Door de stijgende internationale spanning en de pro-Duitse houding van de partij werd het vnv beschouwd als de ideologische bondgenoot van Adolf Hitler en als een potentiële vijfde colonne. Tijdens en na de verkiezingen van 1939 bleek dat het vnv politiek geïsoleerd stond. Op de Gentse Landdagen spoorde de vnv-leider zijn volgelingen aan tot geloof in de groeiende macht van het vnv. De Landdagen moesten een bewijs zijn van die macht. Ze werden propagandistisch sterk uitgebuit. Er gaapte een steeds grotere kloof tussen het groeiende machtsgevoel van de basis en de politieke werkelijkheid. De verkiezingsuitslagen in 1939 toonden aan dat de absolute macht niet via de stembus zou komen. Die kloof kon maar overbrugd worden door een politieke cultuur die steunde op retoriek.

Het ledental van de partij nam gestaag toe tot iets meer dan ca. 25.000 in 1939. Ongeveer 9.000 vnv'ers verkozen toen hun lidmaatschap niet prijs te geven aan de openbaarheid. De grote stijging van het aantal geheime leden kwam in 1936. Waarschijnlijk speelde de verkiezingsoverwinning hier een rol. De geheime leden zorgden voor ca. 50% van de totale inkomsten van de partij zodat ze zonder twijfel een zeer belangrijk fenomeen waren in de geschiedenis van het vnv.

De Landdag van 1936 stond in het teken van de organisatorische uitbouw. Het elan van de verkiezingsoverwinning moest worden aangegrepen om het vnv in de regio's verder uit te bouwen. De centrale leiding porde de arrondissementsleiders aan om activiteiten te ontplooien. Doordat vele van hen een politiek mandaar bekleedden, kon de partij nu volop een beroep op ze doen. Tot 1938 bleef de spreiding van de vnv-leden gelijk met die van de beginjaren van het vnv. De provincies West- en Oost-Vlaanderen en Brabant waren de sterke provincies. De provincie Antwerpen telde nauwelijks meer vnv-leden dan het dunbe-

[pagina 288]
[p. 288]

volkte Limburg. In 1939, ongetwijfeld onder de invloed van de verkiezingsoverwinning in Antwerpen, kwam daarin verandering. Antwerpen klom nu op gelijke hoogte met de sterke provincies. Aan de vooravond van de bezetting telden ze elk ca. 4.000 vnv'ers. In Limburg waren er ca. 2.000 leden. In verhouding met de bevolking bleef Antwerpen veruit de zwakste provincie voor het vnv, terwijl West-Vlaanderen veruit de sterkste was.

Er bestonden grote verschillen onder de arrondissementen. Ook in de verhoudingen van het soort leden waren er zeer grote verschillen. Hetzelfde gold voor de verhouding tussen het electoraat en het ledental. Het wijst erop dat sommige arrondissementele organisaties ten dele hun eigenheid behielden. Dat was het geval voor Limburg en Turnhout. Nergens was de verhouding tussen het aantal vnv-leden en het aantal kiezers zo klein. Dat het vnv in die streken een electorale massapartij was, speelde daarbij een rol. Ondanks dat verliep na de verkiezingen van 1936 de integratie van de beide kvv's in het vnv zonder noemenswaardige problemen.

In het arrondissement Antwerpen hadden de perikelen rondom de verkiezingen van 1936 diepe wonden geslagen. De Frontpartij bloedde dood. Toen ze bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1938 apart opkwam, bleek dat ze nog nauwelijks aanhang had en totaal werd overvleugeld door het vnv. Toen ze bij de verkiezingen van 1939 haar volgelingen opriep te stemmen voor Florimond Grammens op de Vlaams Nationaal Blok-lijst, was dat hoofdzakelijk een teken van onmacht.

Van de parallelorganisaties van het vnv kon alleen vns gelijke tred houden met de ontwikkeling van de partij.

De verkiezingen van 1936 brachten de leider en twee secretarissen van het vns in het parlement. Ook in de provinciale besturen hadden verscheidene vns-secretarissen zitting. De politieke mandaten konden worden aangewend om de organisatie te doen groeien. Tegelijk werd het vns sterker aan de partij gebonden. De vnv-leiding bepaalde het beleid, van enige autonomie was geen sprake. Toen de vnv-leiding besliste dat het vns niet langer een eigen blad mocht uitgeven, legde de vns-leiding zich daar morrend bij neer. De afhankelijkheid bleek zeer duidelijk bij de oprichting van Arbeidsorde in november 1936, wegens het akkoord Rex-vnv. Lokale vns-functionarissen zagen zich verplicht samen te werken met rexisten, hetgeen de meesten met weerzin deden. De vns-leiding moest accepteren dat haar organisatie werd ingeschakeld bij Arbeidsorde, onder leiding van Victor Leemans. Leemans moest op zijn beurt al snel ervaren dat hij niets kon ondernemen zonder de goedkeuring van de vnv-leiding. Toen hij na de opzegging van het akkoord Rex-vnv een opening zocht naar het acv, werd hem dat onmogelijk gemaakt doordat het vnv het vns verbood eraan mee te doen. Leemans had geen keuze. Zonder de steun van het vns had hij immers niets achter zich. Het vns was in Arbeidsorde de enige operationele structuur. De organisatie telde vóór de bezetting ca. 30.000 leden, grotendeels vnv'ers.

De belangrijkste activiteit van het vns bestond in het werven van leden, wat gelijkstond met de uitbreiding van de vnv-invloed. De vakbondsactie werd hoofdzakelijk beschouwd als ondersteunende activiteit voor de politieke actie in de partij. Het verhinderde niet dat de vnv-propaganda fel van leer trok tegen de grote vakbonden die totaal gepolitiseerd werden genoemd.

avnj-leider Hilaire Gravez slaagde er niet in de vnv-jeugdbeweging een elan te geven. Zijn politieke houding in de ogen van de vnv-leiding liet bovendien te wensen over. Gravez kon slecht verteren dat hem de militantenorganisatie werd onttrokken. Hij probeerde een eigen koers te varen met zijn organisatie. Hij onderhield contacten met Grootnederlandse groepen buiten het vnv en vertoonde een al te opzichtige bewondering voor het nationaal-socialistische Duitsland. Om al die redenen besloot de vnv-leiding zijn macht in te krimpen. Eerst werden er aparte vnv-studentenorganisaties opgericht. Vervolgens werd onder

[pagina 289]
[p. 289]

Gravez een leider voor de ‘Volksjeugd’ aangesteld die bovendien redactiesecretaris werd van het avnj-maandblad. Gravez kwam openlijk in opstand tegen de vnv-leiding waardoor hij zijn hele organisatie verloor. Zowat de hele avnj-leiding bleef in het vnv.

De Grijze Brigade, de vnv-militantenorganisatie, werd in 1936 onder het bevel geplaatst van Herman Van Ooteghem die ook al in het avnj een belangrijke rol speelde. In 1937 kreeg de organisatie een nieuwe en neutralere naam: Werfbrigade. Die naam beantwoordde beter aan wat de organisatie in de praktijk was, nl. de ordedienst en het propagandakorps van de partij. Staf De Clercq hechtte persoonlijk een groot belang aan de organisatie. Hij zag de leden als politieke soldaten die politiek een belangrijke rol spelen. De vnv-militantenorganisatie, op militaire leest geschoeid, moest de macht van het vnv op straat demonstreren. Het was geen toeval dat Reimond Tollenaere in 1939 aan het hoofd van de Werfbrigade kwam te staan. Hij wenste al van bij zijn aanstelling als vnv-propagandaleider, de politieke verhoudingen te militariseren. De verscherpte oorlogsdreiging deed de vorming van een goed opgeleide groep militanten aan belang winnen.

De verziekte verhouding tussen haar man en het vnv dreef Magda Gravez-Haegens ertoe het vnvv uit het vnv los te maken. Op de Landdag 1939 verklaarde ze dat het vnvv voortaan naast het vnv zou optreden als een onafhankelijke organisatie. De vnv-leiding nam het besluit haar de laan uit te sturen. Pas tijdens de bezetting zou het zover komen. De vnv-leiding kon het probeem nog een tijdlang voor zich uit schuiven omdat het vnvv maar weinig betekende.

Aan de vooravond van de oorlog belichaamde het vnv nagenoeg het hele gamma van het politieke Vlaams-nationalisme. Hoewel in het vnv hier en daar nog particularismen voortleefden, had de organisatie zich over heel Vlaanderen ingeplant. Er bestonden geen noemenswaardige dissidente politieke groepen meer. Er was binnen het politieke Vlaams-nationalisme geen ideologische tegenkracht meer werkzaam. Het democratische Vlaams-nationalisme bestond nagenoeg niet meer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken