Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende
[pagina 40]
[p. 40]

Negende brief.
Henry aan Frederik.

Vriend!

 

Ik ben zeer verstoord op u; gij kent mij te wel, om niet te weeten, dat ik de man niet ben, om uwen verfoeijelijken raad op te volgen; ik bemin mijne louize hoe langer hoe vuuriger, en zal nooit ophouden haar te beminnen; maar nimmer wil ik haar anders dan door het huwelijk bezitten; dus kunt gij de moeite van overtekomen wel spaaren, indien deeze strekken moest om mijn meisjen te helpen schaaken. - Nog eens gezegd, ik verfoei uwe denkbeelden; en zoude waarlijk voor altijd met u de vriendschap breeken, indien ik mij niet verzekerd hield, dat niet uw hart maar uw smaak bedorven is; en dat frederik dit maar zoo los schrijft om aartig te schijnen, daar zijn ledig harssenvat hem geene geestige invallen verleenen wil. Gij zijt mijn antwoord onwaerdig; maar ik ken uw hart, daarom schrijf ik u; ik weet dat gij mij vriendschap toedraagt, en dat dus mijne sterke taal u treffen zal. Beschouw uw Oom, die de gevolgen der ongebondenheden zijner jeugd, aan het bed gekluisterd houden, en hoor zijne taal,

[pagina 41]
[p. 41]

die moet u, dunkt mij, ter leeringe strekken; wijl de goede man zelfs verklaart, dat hij berouw heeft over zijn buitenspoorig gedrag. Ik wil u niets meer over mijne liefde schrijven, tot straf voor uwen onbezonnen en verstandeloozen brief.

Ik vertrouw dat gij door deezen tot nadenken zult gebragt worden; maar, indien het tegendeel plaats heeft, zijn wij geen vrienden meer. Ik vrees niets, doe al wat gij goed vindt; maar denk, dat ik frederik dan als mijnen vijand aanzie, dien ik met staal of lood zal te keer gaan; uw moed is mij bekend, maar tevens dat uw hart aandoenlijk en gevoelig is, daarom noem ik mij nog als vooren

 

Uw trouwen Vriend

 

henry.

 

P.S. Zoo gij op deezen zwijgt is alle onderhandeling voordaan tusschen ons afgebroken.

 

Adieu.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken