Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende
[pagina 141]
[p. 141]

Vijf-endertigste brief.
Jan Pieterse Kruijer, Commandeur der Retourvloot, aan den Heer Adelaart, Bewindhebber der O.I.C.

Edele Heer!

 

Ik laat je Edelheid weeten, als dat ik wel ben overgekomen - nu - dat zel je Edelheid al weeten. - Ik ben een man, Edele Heer! dien gij over vijf-entwintig jaaren naar Oost-Indie geholpen hebt, voor een baantjen. - Nu - God heeft mij gezegend - ik kom rijk uit het Apenland te rug. - Ik kan geen brieven schrijven aan groote Heeren, zoo als jij, men Heer adelaart! - ik heb ook nooit op de Akkedeem, of hoe hiet het? geweest, en schrijf maar als ik iemand niet spreeken kan, en dan staat er op 't pampier wat ik anders zeggen zou - verstaje? -

Ik zou dan, weetje? Edele Heer! wel bij jou gekomen zijn, zoo dra ik maar een voet aan wal had gezet, verstaje? maar om dat ik zoo'n rijke fokkert ben, verstaje? en jij Bewindhebber, verstaje? Edele Heer! zoo dacht mij, de menschen

[pagina 142]
[p. 142]

mogten daar het oog op hebben, vatjet? daarom schrijf ik liever, verstaje? Maar als ik met de Staaten Generaal heb afgerekend, dan kom ik bij jou, Heer adelaart! jij bent niet hovaerdig, en ik moet jou danken, verstaje? -

Ik was, Edele Heer! motje weeten, de vaste kruijer aan het kantoor van Heer leonard, mijn goeije Patroon, verstaje? ja, mijn Vader was reeds zijn kruijer geweest, van zijn Vader dan, vatjet? ik was ook niet te lui om zwaare vrachten te kruijen; maar ik droomde eens, dat ik rijk wierd, en mij dacht het was in Oost-Indie daar ik zoo gelukkig was, verstaje? Ik vertelde dien droom aan men Patroon, want de man behandelde mij als zen kind, en hij zag dat de kop mij daar na hong, verstaje? ‘jan,’ zeide hij, ‘durfje wat te waagen? misschien maakje fortuin in 't Peperland.’ Ik zei, wel ja, men Heer, zeg maar wat ik doen mot: en toen zei hij, ‘kom, ik zal je aan men Heer adelaart rikkemandeeren.’ Toen zei ik, alsje blieft, men Heer! - kortom, Edele Heer! jij hebt mij tot Bottelier aangesteld. Ik vertrok met het schip de Ganges, mijn Patroon gaf mij eene goede uitrusting, verstaje? en, daar de schipper zijn vriend was, liet deeze zich ook aan mij gelegen legge, vatjet? Op 't schip leerde mij de vriendlijke schipper zelf rekenen, verstaje? Onze reis was gelukkig. - Op Batavia gekomen gaf ik uwe brieven aan de Edele Heeren Raaden over, en die hebben mij ook wel voordgeholpen, verstaje? God heeft mij gezegend, verstaje, Edele Heer? nu kom ik terug, - mijn wijf is lang dood -

[pagina 143]
[p. 143]

nou daar treur ik niet om, vatjet? en ik heb kind noch kraai, - maar ik heb gehoord dat mijn Patroon dood, en arm gestorven is, ze spreeken van zen dochter, daar jij, Edele Heer! Voogd over bent - is dat waar? ik wil het meisjen als men kind aanneemen, daarom schrijf ik u, verstaje? neem men vrijpostigheid ten beste, - als men rekening achter den rug is, kom ik bij je, verstaje? maar ik verzoek intusschen een lettertjen van jouw, of die dochter van mijn Patroon nog leeft, en of jij haar Voogd bent; - och, Edele Heer! ik heb geld genoeg, en wil graag goed doen, want God heeft mij gezegend, en mijn Patroon reken ik als men Vader, - u ook, Heer adelaart! verstaje? daarom ekskuseer men slecht schrijven, want ik ben maar een gemeen man, weetje? maar men geld is eerlik gewonnen, en daarom moet het wel zegen hebben.

Nu - ik ben,

 

Edele Heer!

 

Je Dienaar,

 

jan pieterse kruijer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken