Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende
[pagina 225]
[p. 225]

Vier-envijftigste brief.
Louize aan Henry.

Hartlijk geliefde henry!

 

Uw post gebiedt u, mij, voor eenigen tijd, te verlaaten. - Wel aan! de noodzaaklijke vervulling der pligten moet boven het aangenaame gesteld worden. - Uwe bevordering tot Majoor is mij gansch niet onverscheelig, - ik wensch er u hartlijk geluk mede! - Wanneer gij zoo voord gaat zult gij groote vorderingen maaken in den krijgsdienst - en dat nog zoo jong! - Tusschen ons gezegd, henry! de kruiwagen, daar gij op zit, is niet kwaad, geloof ik; want hij kruit spoedig en gemaklijk - of zijn het uwe verdiensten, welke uwe bevordering veroorzaaken? - Dat kan ik bezwaarlijk gelooven, en weet gij waarom niet? - omdat men in ons Land zeer zeldzaam verdiensten beloont - daar heeft Engeland, Rusland en Frankrijk meer de eer van. -

Ik hoop, lieve henry! dat gij, wanneer gij uwe dankbaarheid voor zijne Hoogheid zult uitgeboezemd hebben, spoedig zult terug komen; - ik zal te vinden zijn bij cecilia; - want ik zal mijn voorgenomen reisjen volbrengen, hoe zeer

[pagina 226]
[p. 226]

mijn onderdanige dienaar mij niet vergezellen kan. - Ik heb aan mijne vriendin verzogt dat zij mij halverweg zou te gemoet komen. - Uw afzijn zal mij zeker onaangenaam vallen; - dan, dat wezen moet, moet wezen; die tijd zal, met geduld, wel omkomen. -

Voor nieuws kan ik u melden, mijn henry! dat ik een nieuwen Vader gekreegen heb; - ten minsten iemand die mij voor zijne dochter heeft aangenomen; om, als hij de groote reis aanneemt, een Erfgenaam te hebben. - Wat dunkt u daarvan? - 't Is de Heer kruijer, Commandeur bij de Retourvloot - deeze is schat rijk uit de Oost-Indien terug gekomen; - hij is voor deezen Comptoir-bediende, of kruijer, bij mijn Vader geweest, die hem ook een baantjen derwaard bezorgd heeft; en, door op zijne zaaken te passen aan de eene zijde, en aan den anderen kant door wat Oostindisch fortuin, zich in een staat van aanzien heeft gebragt: - en nu, uit enkele dankbaarheid, mij voor zijn kind wil aanneemen. - Hij heeft geene nabestaanden, die zich zijner lieten gelegen, leggen toen hij een arm man was, en waarom hij hun ook niet erkennen wil, nu hij rijk geworden is. - Mijn Vader heeft hem altijd zeer vriendelijk bejegend, en daarom gelooft hij verpligt te zijn, daar mijn Vader mij weinig of niets heeft nagelaaten, zijne ongelukkige dochter, die van de goedheid eener naauwgezette Tante afhangt, te redden. - Hij heeft aan den Heer adelaart, ten blijke van zijn goed voorneemen, een briefjen doen toekomen van drie duizend guldens op

[pagina 227]
[p. 227]

zijn Cassier, om mij, zoo hij zegt, in eene andere plunje te steecken. - De oude Tante bevalt hem maar in 't geheel niet. - Nu - men moet ook ter zee gevaaren hebben, om met zulke fijne zusters te kunnen omgaan - die zeemans vloeken vallen zoo moeilijk aftewennen.

Maar, lieve henry! is mijn lot niet spoedig omgewenteld? - eerst arm, en zoo op één oogenblik rijk; - ô! hoe wonderlijk gaat het in de waereld toe! - Wanneer men soms denkt, dat het geluk voor altijd geweeken is, gebeurt het veelligt, dat ons lot, voor altijd, ten goede beslist wordt. - 's Waerelds lotgevallen zijn wisselvallig en veranderlijk. -

Wanneer uw vriend frederik gekomen is, hoop ik dat gij niet nalaaten zult mij dat Origineel te vertoonen. -

Nu - dierbaare vriend! zoodra gij hier terug zijt gekomen, en uwe louize niet vindt, denk dan; - dat zij u is voorgegaan, om u, zoo spoedig mogelijk, bij cecilia te wachten. - Ik hoor dat de Exercitien binnen drie weeken zullen afgeloopen zijn, zoo dat gij dan, in den omtrek van mijn verblijf, u nog eenigen tijd zoudt kunnen ophouden; er is wel gezegd van ééne maand bij cecilia door te zullen brengen, maar wanneer 't er mij welgevalt, daar ik niet aan twijfel, zal ik er welligt nog ééne aanknoopen. -

Vaarwel! lieve henry!- Hoe spoediger gij komt, hoe aangenaamer het zijn zal voor

 

Uwe tot den dood getrouwe

 

louize.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken