Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende
[pagina 291]
[p. 291]

Zeven-enzestigste brief.
Henry aan Louize.

Lieve Vriendin!

 

Uw henry zal hier nog twee dagen moeten vertoeven. - Ach! mijn beminnelijk Meisjen! wat valt de tijd mij lang, nu ik van u gescheiden ben; te meer, daar ik reeds gewoon was u dagelijks te zien, en nu op eens van u gescheiden te zijn, valt mij hard. -

Ik heb heden morgen zijne Hoogheid bedankt voor mijne bevordering, en ben zeer gunstig ontvangen. - Morgen is het Circle aan het Hof, en ik kan niet wel nalaaten mij aldaar te vertoonen. - Er zijn hier nog al vrienden van ons huis, die mij zeer genegen zijn, en men kan niet altijd zoo men wil: ik ben verpligt die menschen ook eens een bezoek te geeven. - Ook zijn mijne Actens van aanstelling nog niet gereed, en zonder deeze kan ik niet vertrekken; doch hoop die overmorgen te ontvangen, waarna mij niets zal weêrhouden, om in uwe armen te ijlen. -

Voor mijn vertrek is mijn vriend frederik nog gekomen: - onze eerste ontmoeting was

[pagina 292]
[p. 292]

waarlijk teder; de liefde heeft hem zoo veranderd, dat ik in de daad zien kan dat hij getroffen is. - Zijn voorig gedrag, omtrent mij gehouden, herdenkende, was ik voorneemens hem ook te bespotten; want gij moet weeten, mijne louize! toen ik hem mijne liefde voor u bekend maakte, heb ik veele spotternijen van hem moeten verduuren; maar ik kon van hem niet ontslagen worden, en moest hem, in plaats van op mijne beurt te bespotten, troosten, over het afzijn van zijne madelon. (Zoo is de naam van zijne Beminde.)

Ik hoop dat mijn vriend eene goede keuze zal gedaan hebben; want ik geloof, nu hij eens bemint, dat het voor zijn leven is. - Hij was voorheen altijd van een vrolijken aart, en als soortgelijke menschen door rampen getroffen worden, treft zulks hun dieper dan andere. -

Het is mij zeer aangenaam, lieve vriendin! dat mijne bevordering u welgevalt. - Nu - daar wij toch, zoo ik hoope, voor dat de koude winternachten komen, zullen vereenigd zijn, en ons Regiment, naar mijne gedachten, in het aanstaande voorjaar, van plaats verwisselen zal, zal mijne louize ook meerder beleefdheden ontvangen, dan dat ik Capitein gebleeven was; want ik twijfel geenzins of gij zult mij vergezellen waar mijn beroep mij wenkt; - zelfs vlei ik mij met de hoop, dat mijne louize mij, des noods, naar het veld volgen zoude; - ja, ik verbeelde mij, dat gij, edele Ziel! eens met mij verbonden zijnde, nimmer uwen henry - uwen vriend en minnaar zoudt willen verlaaten. - Die dwaaze

[pagina 293]
[p. 293]

denkbeelden, dat uwe Sexe alleen voor die kinderlijke handwerken, als breijen en naaijen, zou geschikt zijn, moeten, in onze verlichte eeuw, geen plaats meer hebben; - neen, uwe Sexe, bevallige louize! is tot alles bekwaam wat ons geslacht durft onderneemen; maar wanneer men op zijn gemak t'huis zit, dat dan de vrouw slechts voor het huishouden zorge, is billijk, maar in tijd van nood, wanneer de man, ter verdediging van zijn Vaderland, geroepen wordt, dat dan de vrouw den man vergezelle, is een blijk van oprechte liefde; wakkert des krijgsmans moed aan, en stelt hem te meer in staat om aan zijne verpligting te voldoen.

Ik heb hier kennis gekreegen aan eenen Ritmeester van de Huzaaren, den Baron raub; hij komt mij voor een vrolijk, welleevend man te zijn: - hij heeft mij beloofd, mij, op mijn verblijf in de nabuurschap van het Buiten van cecilia, te komen bezoeken; en daar gij, mijne louize! de Echtgenoote van een Offcier staat te worden, zal 't niet kwaad zijn, dat gij aan onze IJzervreeters gewoon wordt. -

Nu - mijne aangebedene louize! zal ik deezen hier afbreeken; terwijl ik niet ophouden zal aan u te denken, tot ik het geluk zal genieten u te omhelzen, en te doen blijken, dat gij allertederst bemind wordt van

 

Uwen, tot den dood getrouwen, Minnaar,

 

henry.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken